zaterdag 30 januari 2010

Reizen

Vandaag is het volle maan. Een nieuwe maan(d)op komst. En dus ook een nieuw blog-thema.
Omdat ik vanavond de ronde, knallende maan boven de besneeuwde Sierre Nevada, achter de donkere kantelen van het El Hambra in Granada zag opkomen, lijkt het thema REIZEN me erg toepasselijk.
Februari is mijn reismaand.
Ik zal reizen in Spanje, op de wadden, in het klooster en op papier.
En de maan reist met me mee. Vandaag was ze bij me terwijl ik door de slingerende straatjes van Granada liep. ´Kijk! kijk!´ zeg ik tegen mijn vriendinnen (die een beetje moe van mijn maanmanie beginnen te worden..) en ik blijf maar naar die enorme maan wijzen. Zo groot dat ze bijna niet echt lijkt. Alsof de maan uit de 3-d versie van Avatar komt.
Maar ze is echt. Net zo echt als de bloeiende sinaasappelbomen, de flamenco spelende zigeuners en mijn voeten die over eeuwenoude stenen lopen.

donderdag 28 januari 2010

Beginnen met schrijven

Ter inspiratie: tien manieren om een tekst te beginnen.

Om de aandacht van de lezer meteen te pakken, kan je beginnen met:

1. Het beschrijven van het hier en nu
2. Midden in het verhaal
3. Bij het einde van het verhaal
4. Met een vraag
5. Met een citaat
6. Met een conclusie
7. Met een stelling
8. Met een mop
9. Met een anekdote
10.Met een dialoog

maandag 25 januari 2010

Maandagmorgen

Veel mensen hebben moeite met de maandagmorgen, maar ik hou van het begin van een nieuwe week.

Ik begin mijn week altijd dansend.
Ook deze morgen, stond ik van de 9 tot 10 uur, voor een spiegel te springen in een witgeverfde werfkelder. Ik cirkelde mijn gewrichten, spande de spieren, roteerde op balkanmuziek en danste daarna de witte stad weer in.

Omdat ik voor het dansen vaak geen tijd vind om te ontbijten, doe ik dat daarna in een cafeetje. Vandaag ging ik naar de Coffeecompany. Een vleugje New York in Utrecht.
Ik dronk een Chai Latte, normal size, aan een lange leestafel met anderen, Utrechtse bekenden en onbekenden. Ik las mijn schrijfwerk door terwijl mijn buurman een tekening maakte en mijn overbuurvrouw op haar laptop aan het werk was.
Frisse maandagmorgen energie.

Met de flamencomuziek van de dansles nog in mijn hoofd, fietste ik naar mijn atelier. Klaar voor een nieuwe week.

donderdag 21 januari 2010

Eerste kwartier

Ik ben bezig met een nieuw project. Ik schrijf iemands levensverhaal op.
Mijn concentratie is hoog en al schrijvend vliegt de dag voorbij.
Ik verbaas mezelf.

s Avonds fiets ik naar huis. Het is helder. De nieuwe maan staat al vroeg aan de hemel. Ze is op weg naar haar eerste kwartier.

O ja, het eerste kwartier. De tijd om aan nieuwe projecten te beginnen. Het bewijst zich keer op keer. Een nieuw project starten in een afnemende maan is geen goed idee. Dat gaat traag. Bij een afnemende maan is het makkelijker om naar achteren te kijken, naar het deel van je licht dat verduistert. Een tijd om af te ronden en tot rust te komen. Bij toenemende maan kijk je vooruit, naar het licht dat elke dag groeit.

Elke maan vergeet ik het weer. Maar als ik naar boven kijk, weet ik het weer. De trekkende ganzen helpen een handje. Ze vliegen in een grote V al gakkend met me mee. Ze roepen dat ik af en toe omhoog moet kijken.

En met mijn hoofd ik mijn nek, zie ik een sterrenbeeld van mezelf. Ik zit op Terschelling aan een schrijftafel. Het is van twee lichtjaren terug. Ik zat in een huisje te midden van duinen met meren waar de trekkende brand-, nijl- en rotganzen landden. Sindsdien is schrijven gekoppeld aan dat geluid.

Ik fiets verder naar huis, met de ganzen en de maan als mijn gidsen, die me er aan herinneren dat schrijven veel groter is dan ik vaak denk als ik in mijn eentje achter mijn computer zit. Het hele universum werkt mee. De maan, de ganzen en ik zelf in mijn allergrootste dimensie. Onzichtbaar, maar heel af en toe zichtbaar aan de sterrenhemel.

zondag 17 januari 2010

Begin van de avond

Venus knalt naar binnen
Nog net op tijd keek ik naar het Westen
Om door de zwarte contouren van de bomen
de maan in haar nieuwe licht
op haar dunne halfronde rug te zien drijven

Ik herinner me een gedicht
dat ik me niet meer herinner
Behalve dat het over
de moed van de nieuwe maan ging

Het is het begin
van de avond
Blauwer dan de verse nachthemel
zink ik op de vensterbank
en zing mijn lied
voor haar
op papier.

donderdag 14 januari 2010

Het begin van de maan

Deze ochtend schrijf ik aan mijn heilige-met-de-pen-schrijf-tafel op de computer. Dat gebeurt alleen op nieuwe maan. Dan is de creativiteit zo sterk, dat er meteen een tekstverwerker aan te pas moet komen. Het papier kan dat niet aan.

Het duurde even voordat ik door had dat deze buien van schrijfwoede samen hangen met de nieuwe maan. Ik denk dat dat ongeveer een jaar geleden begon. Toen zat ik om 6 uur in de ochtend al achter mijn computer. Ik werd wakker met een kant en klaar gedicht in mijn hoofd. Tussen de zinnnen door keek ik op mijn maankalender. Nieuwe maan. Aha, alweer.

Nieuwe maan is niet zo opvallend als de volle maan. Een volle maan staat te knallen aan de hemel en veel mensen weten hoeveel onrust dit kan veroorzaken. Wilde dromen, vechtpartijen in de kroeg, een onrustige geest.

Maar de nieuwe maan is een stille kracht. In haar duisternis, is er opeens alle ruimte voor mijn licht. Alsof zij op die ene dag even opzij stapt en je een blik gunt in de diepte van het universum. Door de volle maan word ik verblind. Ze is mooi. Ik kan in haar licht dansen. Maar de nieuwe maan, geeft diepte. Zij lijkt op mijn heilige zone in de ochtend. De zone tussen dag en nacht, tussen mij en mijn essentie. Mijn essentie die in de korte donkerte heel even een ster aan de hemel kan zijn.

Het begin van de dag

Voor mij is het begin van de dag een heilige zone.
Ik sluimer in de ochtend, ik ben nog niet de boven de horizon. Ik zit half in de droomwereld, half in de dagwereld. Dat is het moment dat ik ga schrijven.

Aan een apart tafeltje in een hoek van mijn kamer. Het tafeltje is klein zodat alleen mijn dagboek en een kaars er op passen. Op de muur voor me hangen zelf gemaakte tekeningen en mijn favoriete heiligen: boeddha, tara, de maan, maria. Ik ben niet alleen.

Ik kijk uit over de tuin die al meer dan een maand wit is. De bomen zijn nog zwart, de takken niet onderscheidbaar. De lucht heeft iets doorzichtigs grijs. Net niet dag. Net niet nacht.

En al schrijvende, meestal met de pen, word ik wakker.
Met dat eerste kopje thee van de dag naast me, schrijf ik de eerste woorden. Alsof woorden het verschil maken tussen nacht en dag. Om van het woordenloze in het woordenvolle te treden. Zacht, half slapend, bijna als een te kwetsbaar kind.

In deze fase leer ik mezelf op een manier kennen die overdag niet mogelijk is.
In deze schemering ben ik nog iets van de heks uit mijn dromen. Kan ik nog net het staartje van diep verdriet, dat als mist boven mijn ochtendtuinen hangt, te pakken krijgen.
Soms sla ik het ochtendschrijven over. Dan schiet ik meteen in de dagmodus. Dan begin ik met praten. Dat is dus heel iets anders. Ik spreek de nachttaal niet. Ik schrijf haar alleen. Alleen op papier kan ik de nacht in mezelf laten spreken.

dinsdag 12 januari 2010

Het begin na het einde

Lisa St Aubin de Teran in Mijn favoriete reizen:

"Wat alle sprookjes gemeen hebben is dat wanneer het over de liefde gaat (wanneer alle bergen beklommen zijn, al het kreupelhout is weggekapt, alle draken gedood zijn en de prins en de prinses, of de prins en het boerenmeisje elkaar in de armen zijn gevallen) het stel altijd 'nog lang en gelukkig leeft'. Wat het einde van het verhaal lijkt te zijn, is eigenlijk het begin. Het liefdesverhaal begint in de leegte na het woord 'einde'
Vanaf het moment dat Robbie en ik ons verloofden, leefde ik in die leegte, dat onbekende gebied, dat vreemdste land ter wereld."

woensdag 6 januari 2010

Het begin van geven

Vandaag is het Drie Koningen. Deze drie wijzen uit het Oosten stond aan de wieg van een nieuw tijdperk. Zij gaven de pasgeboren Jezus, om hun eer te bewijzen, goud, mirre en wierrook.

Vandaag leek me daarom een goede dag om te beginnen met geven.
Tijdens de meditatiemarathon van december hadden we met alle mediteerders besloten wat geld in te zamelen voor Open Dharma. 'Door alle kleine restjes op een hoop schuiven,' zei een optimistische Amerikaanse vriendin, 'komen we een heel eind.'

Als zuinige Nederlander dacht ik meteen: 'Ik heb helemaal geen restjes, ik heb alles nodig om rond te komen.'

Maar toen zag ik het roze porseleinen kopje op mijn tafel staan waar ik al een tijdje al mijn fooien in deed. Veel fooi krijg ik bij mijn huidige horecabaantje niet, dus het zat vol met dubbeltjes en vijftig cent stukken. Ik besloot deze restjes te sparen.

Vandaag telde ik het uit. 50 euro. Of eigenlijk 46,30 euro. Maar vandaag ronden we naar boven af.
Dat heb ik overgemaakt. Goud voor mijn meditatiegidsen. Mijn sterren in het Oosten. En toen heb ik ook meteen mijn Indiase familie 50 euro gestuurd. Mirre voor lieve, verre vrienden. En toen heb ik ook meteen Sister Mary in Bodhgaya de royalties van mijn boek van 2009 gestuurd (wat eigenlijk niet meer is dan een fooi...). Wierrook voor goed, oprecht werk.

Want als ik eenmaal begin met geven, blijken er overal 'restjes' te zijn, waar ik best zonder kan. Het zijn kleine beginnetjes. Maar toch. Voor je het weet zit het fooienpotje vol en verandert een begin in een nieuw tijdperk.

dinsdag 5 januari 2010

Het begin van 2010

Ik word bevroren wakker. Mijn schouders zijn verkrampt en droombeelden zitten vastgevroren op mijn netvlies. Ik ben nog steeds verdwaald in mijn geboortedorp. Toch zie ik ook de zwarte stalen wanden om me heen, die bedekt zijn met een dun laagje ijs. Wolkjes van hete adem. De eerste zonnestralen vallen door de met sneeuw overdekte koekoek naar binnen. Een wit bibberend hondje onder de dekens. Een man met grote handen maakt mijn schouders los. Ik ben op ons schip de Marius.

Ik sta op en loop met het hondje door de witte, nog verlaten straten van Franeker. Ik heb mijn lenzen nog niet in, toch zie ik dat de stoepjes al mooi schoon geveegd zijn en dat achter ramen de lampjes in de kerstbomen aan staan. Voor de rest is de wereld een vaag mengsel van meerkoeten, pakhuizen en de kleine kronkelende straten uit mijn droom. Zonder lenzen sta ik op de rand van mijn ijselijke nachtwereld en witte dagwereld.

In het ruim ga ik bij de kachel zitten met een kopje thee. Ik wil eigenlijk schrijven, maar het lukt niet om te beginnen. Ik ben niet het enige wat bevroren is aan boord. De waterpomp en de wc pomp zijn dicht gevroren. De houtkachel moet heel veel moeite doen om het schip warm te stoken.

Pas als het water weer stroomt en het ijs van het staal naar beneden drupt, gaat het bij mij ook stromen. Ik doe mijn lenzen in en zet de eerste woorden op papier. Ik ben hier. Dag nacht. Hallo 2010.

zaterdag 2 januari 2010

Beginnen

In 2010 wil ik iets nieuws gaan proberen.
Elke maan wil ik op mijn blog over een ander thema gaan schrijven.
Zoals ik al schreef, hielp het om over mijn meditatie-marathon te schrijven.
De verrijking van de beperking.

Dus elke maan opnieuw zal ik me beperken door een thema.

Het thema van de eerste maan zal Beginnen zijn.

Het begin van dit idee begon op 1 januari.

Ik liep op de Noordvaarder van Terschelling terwijl de zon boven Vlieland oranje onder ging. Voor me, in het oosten, achter de Brandaris, kwam de maan op.
Het voelde alsof ik letterlijk een nieuw jaar in liep.
Een nieuw jaar met een nieuwe maan. Die dit jaar precies met oud en nieuw vol was. Ze stond op oudjaarsnacht trouw stralend tussen de rode en groene noodpijlen die als vuurwerk de lucht in schoten.

De maan begint ook elke maand opnieuw. En nu loopt dit jaar haar cyclus bijna gelijk aan onze maanden. En is zij vol aan het einde van de maand.

Ik zal schrijven als de maan. Mijn licht laten schijnen over een thema en zien wat het brengt. Totdat het weer tijd is voor een andere ingang.

Daar begin ik vandaag mee. Nog een beetje onwennig. Zoals altijd met beginnen.