vrijdag 7 november 2014

Hoop is een vuurtoren


Dit heb ik geschreven tijdens het Schrijfcafe dat dit najaar in het teken staat van Geloof, Hoop en Liefde.



Net zoals ik meer geloof in ongeloof dan in geloof, geloof ik meer in wanhoop dan in hoop.

Mijn hoop was altijd een anker.  Dat hekanker lag in mijn geboortegrond, het was de hoop op vroeger. De hoop dat iemand dat gat achter mij, dat is ontstaan bij het achteruitslaan, kan opvullen.

Mijn hoop was ook een anker in de toekomst. In de hoop dat het ooit nog beter wordt. Meer. Anders. Voller. Rijker.

Vast lag ik tussen die ankers. Tussen mijn nostalgische ideeën over geluk. Over hoe het eigenlijk zou moeten zijn.

En toen sloeg ik los. Die ankers bleken niet te houden. Ze krabten.

En nu drijf ik op zee. Ankerloos. Wanhopig. Tussen de golven van hoe het leven nu is. Deze wanhoop breekt mijn kleine hoop af. De kleine hoop die mij ervan weerhield het leven te leven zoals het leven zich aandient. Om niet steeds te hopen. Wat als, en zou het niet mooi zijn als, en misschien ooit. En echt nee, zo zou het niet moeten zijn. Ik hoop dat ooit...

Nee. Storm. Golven. Leven. Nu.

En nu ik op open zee ben, zie ik iets wat ik eerst niet zag. Een vuurtoren.  Haar licht schijnt over de golven. Haar stabiele stevige betrouwbare licht. Met een rechte rug staat zij op een rots, niet uit het veld te slaan.

Ik koers op haar af. In het geloof; zo kan het ook. Zo kan ik ook zijn. Zelfstandig en sterk, midden in de onstuimige zee van het leven.

Deze nieuwe hoop is een hoop die geen verwachting is.  Die hoop is groter, sterker, ruimer dan een anker. En op een of ander manier minder persoonlijk. Het gaat niet over mij. Dat ik krijg wat ik wil.

Het gaat over de liefde, waar wij niets voor hoeven te doen. Waarvoor we niet vast hoeven te houden aan hoe het vroeger was. Waarvoor we niet hoeven te verlangen naar een toekomst die er niet is. Zij schijnt haar licht hier en nu - wij kunnen op haar af koersen. Zij is er al die tijd al geweest.

Als je je oude hoop loslaat, en de zee durft te betreden, zal daar een boei, een ster aan de hemel of een vuurtoren, zijn. Een rotsvast vertrouwen dat het goed is zoals het is. Een rotsvast vertrouwen dat er altijd liefde is.  Een rotsvast vertrouwen: dit leven steunt mij.

Hoop is een vuurtoren die ons er aan herinnert wie we daadwerkelijk zijn. 

maandag 6 oktober 2014

Geloofsbelijdenis

Deze geloofsbelijdenis heb ik geschreven tijdens het Schrijfcafe dat dit najaar in het teken staat van Geloof, Hoop en Liefde.


Ik geloof zonder geloof

De vier edele waarheden vergeten
alle heilige meningen niet langer toegedaan
de stappen naar verlichting, de heilige drie-eenheid
het achtvoudige pad- verleden tijd

Ik geloof zonder mal
zonder rechte rug, zonder hoofd

Ik geloof in de kleine dingen

in de blauwe ogen van Lotus
in de ochtendgloren met lage mist
in de noestige stam van de Ginko

Ik geloof in boeren in het openbaar
in ijskoude cola met naturel chips
in chai met slechte zwarte thee

Dit universum is voor mijn kleine geloof te groot 
de verlichting zo ongeloofwaardig
dit leven zo ongelooflijk 
dat ik beter af ben met ongeloof

Ik ongeloof de liefde
ongeloof god en ongeloof de hemel
mijn ongeloof
is alles wat ik geven kan

Ik leg mij neer op de grond
zonder mal, zonder hoofd
en kijk naar de sterren 

Ik geloof zonder geloof
in een geloof
dat niet geloofd wil worden
maar geleefd 





woensdag 1 oktober 2014

Schrijfgenoten; niet weten maar leren

In deze serie blogs schrijf ik over mijn beleving en de achtergrond van de verschillende Wonder-Word-workshops. In deze aflevering staat de jaartraining Schrijfgenoten 'De Reis van de Held' centraal. Deze cursus geef ik sinds 2009 samen met Jeanet van Omme van het Schrijfatelier in Amsterdam.  Iedere schrijver werkt zelfstandig aan zijn eigen project binnen een groep van Schrijfgenoten die elkaar spiegelen, motiveren en stimuleren.




Schrijfgenoten is…
Schrijfgenoten is een cursus die geen cursus is. We leren je niets nieuws. Wij geven geen lessen over stijl, invalshoek, spanning. Schrijfgenoten is ook geen erkende opleiding. Je haalt geen papiertje, na de afronding heb je geen bijzondere titel. Schrijfgenoten is een training, maar wij trainen je niet.

Oud onderwijs
In mijn ogen past Schrijfgenoten bij deze ‘nieuwe tijd’. Een tijd waarin we niet meer doen alsof we alles weten. Ouderwets onderwijs is in mijn ogen het soort scholing waarbij een leraar, trainer of leider voor een groep mensen staat en – top-down – vertelt hoe het moet. Er is een waarheid, of een methode, en als we die punt voor punt van de PowerPoint presentatie overnemen,  dan komen we er wel.

Ik kan me mijn eigen teleurstelling in dat soort onderwijs nog goed herinneren. Zowel op de middelbare school, universiteit en hogeschool zat ik regelmatig in de klas met het gevoel dat ik daar net zo goed niet had kunnen zitten. Ik moest gewoon herhalen wat de leraar zei, feiten uit mijn hoofd leren. Wat ik er zelf over dacht, deed er niet toe. 

Nieuw onderwijs
Maar gelukkig waren er ook uitzonderingen op de regel. Zoals mijn lerares Nederlands op de middelbare school. Mijn mondelinge eindexamen ging over een gedicht van Jean Pierre Rawie. Ik had het tig keer gelezen, maar snapte er eerlijk gezegd niets van. Dat zei ik eerlijk tegen haar. Tot mijn verbazing bekende zij dat ze het ook niet wist. En ter plekke ontrafelden wij dat gedicht, woord voor woord, totdat we tot de kern kwamen. Dat gaf energie! Om zelf na te denken – samen met een leraar - op een lijn, en zo tot nieuwe kennis te komen.

Ik herinner me mijn leraar Tijdschriftjournalistiek op de school voor Journalistiek, die weigerde om cijfers te geven. Maar ons zelf – in eindeloze, vurige discussies – liet bepalen wat goed was en wat niet. Mijn docent Stadsgeografie die me mijn veel te dikke paper vijf keer liet herschrijven. Gek genoeg vond ik dat fijn. Hij nam mij serieus en zag dat ik beter kon. Wat wil je echt zeggen, bleef hij vragen.

Dat is volgens mij het ‘nieuwe onderwijs’. Een leraar die niet vertelt hoe het moet, maar die zijn leerlingen zelf tot inzicht laat komen. Een trainer die deel is van de cirkel. Die met zijn ervaring het proces kan begeleiden, maar toegeeft dat hij ook niet alles weet. Bij het nieuwe onderwijs draait het om leren, niet om weten.

Schrijfgenoten is een onderzoek
En met deze achtergrond ben ik enthousiast over wat Schrijfgenoten door de jaren heen geworden is. Een opleiding zonder dat je ergens toe opgeleid wordt. Een cursus zonder  boeken die je door moet werken. Maar een open ruimte waarin je jezelf kan ontdekken, ontwikkelen en uitdrukken – op jouw manier. Wat wil ik schrijven? Wat is mijn stijl? Hoe kan ik die stijl verbeteren, zodat mijn verhalen beter tot hun recht komen? Welke technieken helpen daarbij? Wat wil ik echt zeggen?

Het hobbelige pad van de Schrijfgenoot
Iedereen start met een plan. Met een wens. Een idee. Een schrijfverlangen. En het verlangen om dat schrijfverlangen serieus te nemen. Maar hoe?  

Wij geven concrete opdrachten om dat in kaart te brengen. Het is niet zo dat wij als begeleiders helemaal niets doen en iedereen laten aanrommelen. We geven les over de structuur van de Reis van de Held. We stellen prikkelende vragen. Geven onverwachte creatieve schrijfopdrachten. Coachen. Begeleiden. Zetten onze eigen ervaring en vakkennis in. We herkennen de hiaten in een tekst, benoemen wat een tekst volgens ons nodig heeft.

Maar dat doen we in gespreksvorm. Schrijfgenoten zijn zelfstandige schrijvers, die zelf hun keuzes maken. Want uiteindelijk weten wij ook niet wat en hoe een Schrijfgenoot precies moet schrijven. Dat is het spannende, en het leuke, aan een schrijfproces. De uiteindelijke bestemming is onbekend.

En goh, wat zou het verleidelijk zijn om al die wegen te egaliseren en te bestraten en te komen met een Power Point presentatie, een stappenplan: zo moet het.  Maar nee, bij Schrijfgenoten gaan we allemaal ons eigen hobbelige pad. Wij, de begeleiders en de andere schrijfgenoten, kunnen je de hand reiken als het steil wordt of hobbelig. We luisteren, moedigen aan, vragen door. Maar we kunnen en willen de hobbels niet uit de weg halen. Want van die hobbels leer je. Dat  is een bewuste keuze van ons - om niet te werken vanuit een algemeen geldende methode, maar om te werken met dat wat zich aandient.

De Reis van de Held als houvast
We maken dan wel geen nieuwe wetten, maar we vallen wel terug op een oeroude. Op de structuur van de Reis van de Held. Op de manier waarop we elkaar al eeuwen verhalen vertellen. We bestuderen die oermythe, om onszelf te voeden en richting te geven. Maar het is geen stramien, geen alles omvattende waarheid, die je zo maar even kan reproduceren. Bij iedere schrijver, bij ieder verhaal ziet de Reis van de Held er anders uit.

Zo zocht A. naar een manier om op een poëtische manier over management te schrijven. Schreef C. de scherven van haar levensverhaal bij elkaar en lijmde ze dat tot een boekje. A. verdiepte zijn pelgrimstocht door er een boek over te schrijven. B. schreef over haar leven als jonge moeder en publiceert nu columns in J/M. Christel onderzocht haar beeldende en poëtische vermogen en A. onderzocht haar haat/liefde verhouding met het schrijven. Elke reis is weer verrassend.

Schrijfgenoten is…
een persoonlijke reis waarin het leren centraal staat, niet het weten. Dat geldt ook voor Jeanet en mij. Door deel te zijn van de cirkel leren wij veel. Ieder jaar is anders, ieder jaar worden we uitgedaagd op een ander vlak. Er zijn zoveel verschillende manieren van schrijven, dat kan je niet leren uit de boeken, of door puur uit eigen ervaring te putten. Dat leer je alleen door samen iets aan te gaan. Schrijfgenoten wordt gemaakt door de schrijfgenoten zelf. Ieder jaar opnieuw.

15 november vertrekt een nieuwe groep Schrijfgenoten - wil je mee? Woensdagavond 1 oktober is er een informatie-avond in het Schrijfatelier. Of neem contact op met nanda@wonder-word.nl. 








vrijdag 29 augustus 2014

Schrijven van Top tot Teen






In deze serie blogs schrijf ik over mijn beleving en de achtergrond van de verschillende wonder-word-workshops. In deze aflevering staat de meditatieve schrijfcursus Van Top tot Teen centraal. Deze cursus geef ik sinds 2005 in Utrecht, Amsterdam en Frankrijk.

Na twee jaar pauze sta ik op de dansvloer. De lerares doet de bewegingen voor, maar eigenlijk hoef ik niet te kijken. Mijn lichaam kent de dansconditie-oefeningen, die ik jarenlang heb gedaan, precies. Voordat mijn hoofd kan bedenken wat ik moet doen, zwaait mijn arm al omhoog. Het doet me denken aan die keren dat ik heb ingevallen achter de bar van Springhaver, waar ik ook jaren heb gewerkt. Terwijl ik met de klanten aan het praten was, legden mijn handen koekjes en chocolaatjes klaar, schuimden ze melk en rekenden ze af, alsof ze nooit wat anders hadden gedaan.

In ons lichaam zit kennis opgeslagen, waar we ons hoofd niet voor nodig hebben. Ons lichaam kan herinneren. En die kennis, die herinnering, boren we aan bij de meditatieve schrijfcursus Top tot Teen.

De kennis van ons lichaam
We schrijven vanuit het lichaam dat zich herinnert hoe creatief we zijn. Niet vanuit het hoofd dat niet gelooft dat we creatief zijn, of dat we daar op z’n minst heel veel moeite voor moeten doen. We boren een creatieve bron aan, die er al is. We maken andere stemmen wakker dan die van het hoofd en de criticus.

Het hoofd mag meepraten.
Dat betekent niet dat het hoofd en de criticus er niet mogen zijn. Zij zullen altijd blijven meepraten. Dat realiseerde ik me toen ik les volgde bij mijn grote voorbeeld Natalie Goldberg, die vertelde dat haar hoofd haar na 20 boeken nog steeds zei dat ze niet kon schrijven.

Meditatief schrijven is niet ons hoofd leegmaken en vredig en geïnspireerd schrijven. Nee, net als bij meditatie, doe je het met wat er is. Je hoeft niet anders te zijn dan je bent. Maar je kan er wel op een andere manier naar kijken. Die stemmen in je hoofd kunnen ook een inspiratiebron zijn. Daarom beginnen we ermee om die te beschrijven, als personages die wonen in jouw hoofdhuis. En wat een opluchting om die met een beetje afstand te beschrijven, eigenlijk zijn die stemmen vrij humoristisch.

Al schrijvend andere stemmen voeden
En tegelijkertijd herinneren we ons dat we ook nog een hart hebben en een buik en voeten. We schrijven met het hele lichaam door non-stop te schrijven, zonder te stoppen. Zodat het hoofd er niet tussen kan komen met zinnetjes als: dit slaat nergens op, over je vader mag je zo niet schrijven, god wat gebruik je lelijke woorden. Je schrijft gewoon door – zo snel – dat je hoofd het niet bijhoudt. Je laat je lichaam spreken, je laat de controle los, je stuurt je tekst niet – je volgt je eigen pen. En dat is vaak erg verrassend, je schrijft dingen op die je nooit had kunnen bedenken. Op den duur schrijven je handen zoals mijn handen cappuccino’s maken, dan schrijven ze je vooruit. En voordat je het weet heb je een magisch sprookje of een prachtige liedtekst geschreven. Waar kwam dat vandaan?

Jezelf accepteren zoals je bent
Meditatie helpt om het hele lichaam te laten spreken. Je neemt de tijd om te landen in je eigen lijf zoals het is om dat moment. Je denkt niet aan een strakke buik en alle oefeningen die je nog moet doen, maar luistert eens wat je volle, zachte buik te vertellen heeft. Deze open houding, zonder oordeel, voedt onze creativiteit. Als we dingen accepteren zoals ze zijn, ontstaat er ruimte voor iets nieuws. Als we aandachtig naar binnen kijken, zien we daar een rijkdom aan beelden en verhalen. Dan zien we voeten die balanceren als een olifant, een hart die een smartlap zingt, een buik vol sprookjesfiguren.

Huiswerk
Je krijgt ook huiswerk. Elke dag schrijf je tien minuten. Op die manier blijf je de schrijver voeden.
En je maakt zogenaamde kunstenaarsafspraakjes met jezelf. Je gaat naar de film, het park, je koopt een mooi schrift - je voedt jezelf. Dat is een essentieel deel van het schrijven.

Ik geef deze cursus nu al tien jaar en elke verbaast het me hoeveel er binnen deze cursus gebeurt. Er ontwaakt iets in de schrijvers – een soort eeuwenoude schrijver, die we allemaal in ons hebben – die weet wat ie wil zeggen. En doordat we elke dag schrijven, blijf je die nieuwe stem voeden. Veel mensen hebben gezegd dat door deze cursus schrijven echt onderdeel van hun leven is geworden. En dat ze anders naar zichzelf en creativiteit zijn gaan kijken. De creatieve bron is er altijd, ook al zegt ons hoofd van niet. Aan het einde van de cursus is er vaak een soort basisvertrouwen opgebouwd. Je weet dat je kan schrijven, dat je creatief bent en dat je innerlijke wereld keer op keer inspiratie biedt.

Op zondag 28 september begint de cursus VAN TOP TOT TEEN in Utrecht.

donderdag 28 augustus 2014

De lichtheid van het Schrijfcafe

In deze serie blogs schrijf ik over mijn beleving en de achtergrond van de verschillende wonder-word-workshops. In deze aflevering staat het Schrijfcafe centraal. Hiermee ben ik in 2005 in het Springhavercafe, waar ik toen ook achter de bar stond, begonnen. Daarna is het Schrijfcafe verhuisd naar het Louis Hartlooper Complex, filmhuis en cultureel complex van dezelfde eigenaar.



'De viltjes op de bar liggen niet recht,' zegt eigenaar Jos Stelling als hij het Springhavercafe binnenkomt.
De bar staat vol wachtende mensen, ik werk me uit de naad.
'Jos, daar heb ik nu toch geen tijd voor,' verzucht ik. Ik wil hem als kersverse bedrijfsleidster uitleggen dat het in de horeca gaat om prioriteiten stellen.
Hij laat me, zoals gewoonlijk, niet uitpraten. 'Een café is hetzelfde als een filmdecor,' zegt deze gouden kalf winnaar. 'Dat moet kloppen en in balans zijn. De viltjes zijn wel belangrijk, zij bepalen de uitstraling van dit café. En trouwens de planten hebben ook water nodig.'

Details zijn belangrijk
Als barvrouw en bedrijfsleidster snapte ik Jos niet, ik vond het belangrijker dat de mensen snel geholpen werden. Efficiëntie, daar ging het om, vond ik. Maar toen ik in 2005 met het schrijfcafe in Springhaver begon, begon ik zijn regisseursblik steeds beter te waarderen. Voordat ik mijn schrijvende gasten ontving, ordende ik de kranten op de leestafel, hing ik het krijtbord aan de muur recht. Details doen er toe, vertel ik schrijfcafe-gangers. Alles is een decor. Beschrijf de opgedroogde bierkraag in het glas van je personage.

Anonieme bekendheid
Horeca en schrijven. Het is een mooi stel. Op een of andere manier werkt het goed: schrijven in een café. De een leest de krant, de ander zit achter een laptop, iemand bladert door een tijdschrift. Je helpt elkaar, door samen te zijn, maar niet met elkaar te praten.

Zo'n soort café is Springhaver; een woonkamer. Waar je je thuis voelt, maar waar je ook een beetje onzichtbaar en onbekend kan zijn. Waar je met niemand hoeft te praten, alleen als je dat wilt. Een barman die weet dat je je cappuccino graag extra sterk drinkt, maar die niets weet over je achtergrond, en je leven thuis. Dat geeft een soort vrijheid. Het is veilig, maar niet benauwend.

De lichtheid van het schrijfcafe

En die lichtheid zit ook in het schrijfcafe. Er wordt veel gelachen, over welk onderwerp we ook schrijven. Er zijn veel stamgasten, schrijvers die steeds terugkomen. Maar elke keer zijn er ook nieuwe bezoekers. Die soms stamgast worden en soms niet. De groep heeft dezelfde anonieme bekendheid als in het café. Je kent de gezichten en daarom is het makkelijker om wat voor te lezen, het is veilig. En toch is het niet benauwd, want je kent elkaar ook weer niet te goed.

De barvrouw als schrijfdocent
En ik vind het heerlijk om mijn horeca-ervaring te verbinden met mijn schrijfwerk. Ik voel me thuis achter de bar, ontvang mensen graag met koffie en thee. Toen ik nog achter de bar werkte, schaamde ik me vaak als cursisten me als barvrouw zagen. Nu denken ze dat ik niet goed genoeg ben om alleen maar te leven van mijn schrijfwerk, dacht ik. Nu weten ze dat ik een nep-docent ben, en eigenlijk maar een onbenullig barmeisje ben.

Maar als ik bij het schrijfcafe sta, dan voel ik de kracht van horeca. Cafe's zijn belangrijk en goed horecapersoneel nog belangrijker. Jeanet van Omme, mijn collega van het Schrijfatelier, vertelde me onlangs over de horeca in haar nieuwe kantoorpand. 'Het barpersoneel begroet me alsof ze me al jaren kennen,' zegt Jeanet. 'En ze koppelen mensen. Zij zijn de verbindende factor van het pand.'

Ja, dacht ik, dat is het. Horeca werkt verbindend. Je zit niet meer geïsoleerd achter je bureau, of in je woonkamer. Je zit samen in dezelfde ruimte. Je deelt iets. Daarom werkt het schrijfcafe. Thuis, alleen gaan schrijven is moeilijk, hoe graag je ook wilt. Maar samen aan een stamtafel zitten en schrijven over hetzelfde onderwerp werkt. En al helemaal als iemand koffie voor je zet.

Zo anders is dat werk niet, barvrouw of schrijfdocent. Ik bedien mensen van koffie en schrijfopdrachten, ik ben geïnteresseerd. Ik geef klanten en cursisten het gevoel welkom te zijn, ik luister zonder te ver door te vragen.

In het schrijfcafé doceer ik ongemerkt. Tussen de regels door strooi ik wat schrijfwetten. Als cacao op een cappuccino. Als een koekje bij de thee. Aanmelden hoeft niet bij het schrijfcafé, je zit nergens aan vast. Voordat ik kom, leg ik de viltjes recht, geef ik de planten water. En als ik wegga, voel ik me licht en vrolijk, net zoals de vertrekkende deelnemers.




maandag 30 juni 2014

Het huis schrijft mee

In deze serie blogs schrijf ik over de achtergrond van de verschillende Wonder-word cursussen. Deze blog gaat over de meditatieve schrijfweek VAN TOP TOT TEEN in Zuid Frankrijk. Dit jaar geef ik deze cursus voor de derde keer.




Met mijn fietssleuteltje in mijn hand, sta ik bij de fietsenstalling van Utrecht Centraal. Op het moment dat ik mijn slot openmaak, heb ik een idee. Mijn Top tot Teen cursus, die ik nu al vijf jaar geef, is uitermate geschikt als zomerweek in Frankrijk! Dat inzicht is net zo helder en snel als de klik van mijn fietsslot.
Twee dagen later krijg ik onverwacht een mailtje van mijn bedrijfscoach Coleta Coppes; of ik geen cursus wil geven in hun huis in de Ardeche. Blijkbaar waren er tegelijkertijd verschillende sloten van het slot gegaan.

De toegang van Lou Soulei
Tijdens de eerste les van deze cursus beginnen we met het beschrijven van onze sleutelbos. Tot welke ruimtes verschaffen deze sleutels toegang? Daarna vraag ik hoe de deur naar je binnenwereld er uit ziet. Zit daar een slot op? Wat voor sleutel past daar op?

Tijdens de zomerweek hebben we een gezamenlijke deur naar binnen. De toegangspoort van Lou Soulei, het huis van Gerben en Coleta. Het is een gietijzeren poort aan de hoofdweg van het middeleeuwse stadje Largentiere. De eerste keer dat ik voor die deur stond, vroeg ik me af of ik wel goed zat, er is geen huis te bekennen. Ik liep het trappetje direct achter de poort op en vervolgde een lang pad naar boven om bij een volgende houten deur te komen, met een koperen bel. Toen ik die opende, kwam ik in een andere wereld.

Een ommuurde tuin met een magnolia, banaan en palm, met een rond koud badje, met ligstoelen en voldoende schaduw. Dit is de plek waar we elke ochtend mediteren en schrijven; op de grond en aan kleine ronde tafeltjes. Hier betreden we de binnenwereld. Op het hoger gelegen terras staat een lange tafel, waaraan we in stilte ontbijten, lekker lunchen en uitgebreid dineren. Daarachter nog een kleine tuin met sfeervolle slaapzolders en een poeltje met lelies.

Het huis Lou Soulei
En dan is er een volgende deur, een dikke houten Franse deur, in dikke oude muren die de hitte buiten houden. Deze deur stellen Gerben en Coleta voor ons open. Daar is voor ieder een met zorg en stijl ingerichte ruime kamer beschikbaar. Maar ook de rest van het huis staat deze week open. Als je honger hebt, pak je iets uit de koelkast. Als je moe bent, luier je op de bank. Als je inspiratie hebt, speel je op de piano. Dit is geen anoniem hotel. Langzaam verandert de schrijfgroep in een woongroep. We doen zelf boodschappen en koken om de beurt. We eten stilletjes verse baquette of doen zingend de afwas.

Het huis als hoofd
De tweede opdracht van de cursus is je hoofd te beschrijven als een huis. Als je hoofd een huis zou zijn, wat voor soort huis is het dan? Een flat, een zolderkamer, of Lou Soulei? En welke personages leven er in jouw hoofdhuis? Deze teksten lezen we in de middag aan elkaar voor, in de koele woonkamer. Eigenlijk doet het huis mee aan de cursus. Zijn wij alle personages in deze grote geest, in dit grote huis waarin ieder zijn eigen stem en bijdrage laat horen. Het huis is de pagina waarop wij schrijven.

Opnieuw thuiskomen
Pas na een week, als we weer pakken en teruggaan in de bewoonde wereld, merken we in wat voor paradijs we eigenlijk hebben geleefd. Veilig achter de dikke muren om de tuin, een plek waar we veilig naar binnen kunnen keren.

En dat doet wat. Juist omdat je van huis bent, in een nieuw huis, in een afgescheiden plek, kan je echt naar binnen keren. Kan je de tijd nemen om je hoofd en hart te verkennen, om in je buik en voeten te landen. Doordat je thuis bent, ver van huis, kan je op een nieuwe, frisse manier thuis komen in jezelf. Doordat je thuis bent, zelf kookt, afwast, schoonmaakt tussen het schrijven door, krijgt je onderzoek wortels. Je zit niet alleen maar in je hoofd, je steekt af en toe ook de handen uit de mouwen. En op een of andere manier zorgt dat voor verdieping, dan kunnen dingen bezinken, terwijl je uien snijdt.

En daardoor gaan we aan het einde van de week als hernieuwde mensen door de poort naar buiten. In ons zijn verschillende poortjes opengegaan. En Lou Soulei heeft zich in ons hoofd verankerd.
Deze cursus op deze plek: het klopt.


Meditating on the clay

In these blogs I write about the background of the different courses that Wonder-word organizes. This one is about our 6th Open Dharma Deep Rest Retreat in the North of Holland.


















"Why don't you come to Holland?" I asked Jaya and Gemma after managing the kitchen during a retreat in Spain.
"Yes, why not," they replied. "If you organize a place, we will come."
I called my Dutch Open Dharma Friends. Jaya and Gemma like to teach in Holland, I said. Let's organize that, they replied. So we looked on the internet for the right place. Which was not easy. We wanted cheap, we wanted a place where we could cook ourselves, we wanted silence.

We drove through the whole country, visiting places. Places were expensive. Had strict rules. Or had a very specific spiritual energy. We wanted an open, neutral place - that fits to open Dharma - that does not have too many statues. We wanted a place without tradition, so that during the retreat it would be easier for participants to find a new, fresh way to meditate.
After a long day of driving we arrived in Westerweelde, Ter Apel. We met de owners, the friendly Karin and Rens. No, they never had a silent retreat on their ground, but well, why not? The place was perfect. It is spacious, silent, a lot of camping possibilities, we could cook ourselves. The old attic was filled with benches and tables, a television and a pingpong- and footballtable - but well if we took it out we could meditate there. We counted the hall with steps, yes 35 people would fit here.
So we made flyers, an account number, a promotion-mail. We contacted organic farmers in the neighborhood. And in july 2009 we had our first Open Dharma Retreat in Holland, full.

The first retreat
I remember the first Dutch Open Dharma retreat as heaven. In the attic of this Dutch old farm were sitting Indian friends, my mother, Dutch friends, housemates and people I had never met before. The hall with the low beams was packed and side by side we were listening to Jaya and Gemma. It was as if all different parts of my life had merged into one moment.
We were in Groningen, the province were I grew up. Clay under our feet. A fresh blue sky. Flat land till the horizon. Space. It is the place where I grew up. When I was 18, I just wanted one thing: get out of there! I felt isolated on the Northern countryside. Couldn´t wait to leave, to see the ´real´ world. When I was 20 I went to India, and found some weird but deep realness there. I fell in love with meditation. On one of my later journeys to India I met Open Dharma, Jaya and Gemma.

Open Dharma
When I first heard Jaya's dharmatalks, she spoke in a language that reached my heart, not my head. I did several retreats with her. And slowly my analytical brain, that wanted to understand, fell asleep. Cause Jaya encouraged us to lie down. Which was new to me. I used to sit straight, analyze, focus, visualize and trying to be clear. Lying down I fell asleep. I was dizzy in my head. I couldn’t get grip on my mind.

But than, after a few days, when I came up from a deep rest, the world looked differently. The light fell so beautifully through the windows. The trees were glowing. The birds were singing. And under that was a deep silence, that I had never experienced before. The whole world resonated through me. I went to Jaya. Is this real, I asked. Yes, she said, without any doubt.
When I gave up the control and my wish to understand everything, I found something much deeper. A deep wise love. That wasn't something that I could achieve or find. But that ccomes to me when I surrender to life.
That is what Open Dharma teaches. No method, no goal. Rest. Surrender to life how it is right now. Be available to life.

India in Holland
It was strange to practice this on the ground on which I learned to walk, talk and fight. On the ground I tried to be strong. But I wasn't isolated anymore. The real world had come to Groningen. I loved how my international friends enjoyed the place. Swimming in the small lake, camping outside, walking though the fields and the forest, smelling the cowshit, seeing the windmills working, following our straight canals. I was saw my land with new eyes. And I felt the same joy and thankfulness as in India. The cowshit started to smell a like insence, the windmill did Shiva's dance.
Spirituality is not linked to India. Not linked to a method. Not to a statue. It is nameless and placeless, freely available. Also on the Dutch clay. This year we go for the 5th time. And this still I am as much looking forward going to Ter Apel as I am looking forward going to India.

dinsdag 24 juni 2014

Het stille podium


Foto: Jan Huneman

Er past niets meer in mijn hoofd. Mijn hoofd zit vol met ruimte. Ik voel me zo ruimtelijk als het oerol-podium van Spinvis op de Noordvaarder. Slechts een dun touwtje begrenst het speelvlak; een enorme vlakte van zand, omgeven door lucht en zee. Een langzaamlopende vrouw vult het decor. Meer is niet nodig.

Ik zit op de tribune en moet denken aan een tekst die ik tijdens mijn laatste schrijfcafe over stilte heb geschreven.

"Mijn stilte huist achter de coulissen. Terwijl de hoogmoedige en de ondernemer het hoogste woord voeren op het podium, en enthousiasme en doorzettingsvermogen zich klaarmaken in de kleedkamer voor hun volgende wervelende optreden, wacht stilte geduldig af. En dan, als de ene theatergroep afgaat en de ander bijna opkomt, verschijnt stilte op het podium. Heel even. Ze vult alle hoeken van de zaal met haar aanwezigheid, iedereen houdt zijn adem in. De jongen laat zijn mobiel rusten, een vrouw zucht diep en knijpt in de hand van haar onbekende buurman. Even, heel even, weten zij weer wie zij zijn. Om dat meteen weer te vergeten als de lampen aanspringen en de zaal zich vult met geluid. Maar achter de coulissen van ieders hoofd blijft de stilte."

Op Oerol werkt het andersom. Hier is de stilte niet de ongemerkte tussenpauze, maar zij is het decor, hier is zij het optreden. Acteurs lopen door haar heen, muziek omlijst haar, maar niets evenaart haar. Elk optreden valt eigenlijk in het niet bij het podium. De stilte is oerol, overal.
Ook in mijn hoofd. Hoeveel ik ook heb gezien; mensen, muziek, voorstellingen. Mijn hoofd raakt maar niet vol. De rollen draaien om. Stilte op het podium, drama achter de coulissen.

Nu, een paar dagen na oerol, worden podia weer afgebroken, kunstwerken worden gereduceerd tot een stapel staal en zeil. De illusie wordt ontmanteld. En het eiland zucht. Het is weer tijd voor haar ware natuur.

zaterdag 17 mei 2014

Monoloog van de Lenteregen

Tijdens het Schrijfcafe van 17 mei schreven de deelnemers een monoloog vanuit de regen. Dit was mijn resultaat.












Ik val met de Franse slag.
Un peu ici, un peu la.
Ik val niet recht toe recht aan, zoals druppels de Hollandais.
Nee, ik val met elan.
Niet in een kaarsrechte lijn, maar in cirkels. In spiralen.
Rondom Le Tour de Eiffel. Rondom Le Dom.
Voila, comme ca c'est moi.

Ik dans, ik zwier, ik val met elegance.
In het donkere decollete van de Madam op de brug.
Op de brede schouder van de Monsieur op het terras.
Midden in dat glas met witte wijn.
Mais non, ik ben niet van de l'eau, maar van du vin.
Voila, comme ca c'est moi.

Ik val met de Franse slag.
Un peu ici, un peu la.

Je wordt dronken van mijn geur.
Ik verdamp op je hete huid.
Ik bedwelm en ik verleid.
De lente dat ben ik. La pluie de printaniere.
Voila, comme ca c'est moi.

Ik val niet in troepen. Non, non.
Ik doe het solo. Toujours.
De hele hemel is van mij.
Je ziet me alleen als je goed kijkt.
Mijn glanzende heupen, mijn bezonken blik.
Voila, comme ca c'est moi.
La goutte de pluie perfectement.

donderdag 6 februari 2014

Schrijvend de wacht houden

Met mijn voeten rustend op een krukje schrijf ik. Mijn bolle buik steekt boven de tafel uit. Dit is de eerste week waarin ik voel: aha, dit is dus verlof. Alles is geregeld. De kinderkamer is gebouwd, de rompertjes liggen klaar, de omzetbelasting is ingediend. En nu kan ik wachten.

Maar wachten is niet niets doen. Ik wacht niet, ik houd de wacht.

De wacht houden. Dat heb ik veel gedaan in mijn carrière als stuurvrouw. En een groot deel van mijn nieuwe boek gaat over deze wachten.
Vier uur op, acht uur af. Ik sta op het achterdek, of in het stuurhuis, zet koersen uit, kijk of er koerskruisers zijn en stel de zeilen. Ik houd een logboek bij, luister naar weerberichten en zet koffie of thee.
In slaap vallen kan niet. Elk moment kan er iets gebeuren. En vooral in de rustige wachten, waarin de wind stabiel is en de zee rustig, is dat lastig.
Je moet daarvoor in een bepaalde toestand komen. Want als ik onrustig over het dek heen en weer blijf lopen, houd ik het niet vol. En als ik zwaar en moe aan het roer zit, duurt vier uur erg lang. Een alerte rust, dat is nodig.
Met mijn ene hand op het roer en in mijn andere hand een kop warme thee. Starend naar de horizon, de sterren, het kompas. Het schip steeds beter voelend. Op den duur weet ik niet meer of ik het schip stuur of het schip mij.

Zo zit ik nu in mijn kamer. Ik weet niet wie de touwtjes in handen heeft. Ik, het kindje in mijn buik of moeder natuur. Een hand op mijn buik, kopje thee erbij en zinken in een alerte rust.

En dan helpt schrijven. Als ik ga zitten schrijven, dan loop ik niet onrustig door mijn kamer, bladerend in mijn agenda. Nog twee dagen. Dan ben ik 40 weken. 8 februari. Nog 48 uur. En als ik ga zitten schrijven, dan val ik ook niet in een slaap waar ik nog moeier uit wakker word.

Achter mijn computer en mijn schrift houd ik de wacht. Ik voel haar schoppelen in mijn buikzee. En ik schrijf nieuwe scenes voor mijn boek. Ik vind inconsequenties in het verhaal. Haal taalfouten weg. Verander namen. Dingen waar ik normaal te veel haast voor heb. Want dan wil ik snel snel, dat boek moet af. Nu heb ik alle tijd. Want ik heb geen idee hoelang deze wacht gaat duren. Ik heb geen strakke deadline. Het kan 8 februari zijn, maar ook de veertiende. Daardoor is er opeens een ander tijdsbesef. Eentje die vraagt om overgave. Eentje die vraagt om een alerte rust – een toestand waarin ik deze tijdloze wacht (vol)houden kan.

Heel zorgvuldig scan ik mijn verhaal, zoals ik tijdens mijn wachten de zee scande.
En ik wacht totdat zij komt, op haar eigen tijd.