vrijdag 29 augustus 2014

Schrijven van Top tot Teen






In deze serie blogs schrijf ik over mijn beleving en de achtergrond van de verschillende wonder-word-workshops. In deze aflevering staat de meditatieve schrijfcursus Van Top tot Teen centraal. Deze cursus geef ik sinds 2005 in Utrecht, Amsterdam en Frankrijk.

Na twee jaar pauze sta ik op de dansvloer. De lerares doet de bewegingen voor, maar eigenlijk hoef ik niet te kijken. Mijn lichaam kent de dansconditie-oefeningen, die ik jarenlang heb gedaan, precies. Voordat mijn hoofd kan bedenken wat ik moet doen, zwaait mijn arm al omhoog. Het doet me denken aan die keren dat ik heb ingevallen achter de bar van Springhaver, waar ik ook jaren heb gewerkt. Terwijl ik met de klanten aan het praten was, legden mijn handen koekjes en chocolaatjes klaar, schuimden ze melk en rekenden ze af, alsof ze nooit wat anders hadden gedaan.

In ons lichaam zit kennis opgeslagen, waar we ons hoofd niet voor nodig hebben. Ons lichaam kan herinneren. En die kennis, die herinnering, boren we aan bij de meditatieve schrijfcursus Top tot Teen.

De kennis van ons lichaam
We schrijven vanuit het lichaam dat zich herinnert hoe creatief we zijn. Niet vanuit het hoofd dat niet gelooft dat we creatief zijn, of dat we daar op z’n minst heel veel moeite voor moeten doen. We boren een creatieve bron aan, die er al is. We maken andere stemmen wakker dan die van het hoofd en de criticus.

Het hoofd mag meepraten.
Dat betekent niet dat het hoofd en de criticus er niet mogen zijn. Zij zullen altijd blijven meepraten. Dat realiseerde ik me toen ik les volgde bij mijn grote voorbeeld Natalie Goldberg, die vertelde dat haar hoofd haar na 20 boeken nog steeds zei dat ze niet kon schrijven.

Meditatief schrijven is niet ons hoofd leegmaken en vredig en geïnspireerd schrijven. Nee, net als bij meditatie, doe je het met wat er is. Je hoeft niet anders te zijn dan je bent. Maar je kan er wel op een andere manier naar kijken. Die stemmen in je hoofd kunnen ook een inspiratiebron zijn. Daarom beginnen we ermee om die te beschrijven, als personages die wonen in jouw hoofdhuis. En wat een opluchting om die met een beetje afstand te beschrijven, eigenlijk zijn die stemmen vrij humoristisch.

Al schrijvend andere stemmen voeden
En tegelijkertijd herinneren we ons dat we ook nog een hart hebben en een buik en voeten. We schrijven met het hele lichaam door non-stop te schrijven, zonder te stoppen. Zodat het hoofd er niet tussen kan komen met zinnetjes als: dit slaat nergens op, over je vader mag je zo niet schrijven, god wat gebruik je lelijke woorden. Je schrijft gewoon door – zo snel – dat je hoofd het niet bijhoudt. Je laat je lichaam spreken, je laat de controle los, je stuurt je tekst niet – je volgt je eigen pen. En dat is vaak erg verrassend, je schrijft dingen op die je nooit had kunnen bedenken. Op den duur schrijven je handen zoals mijn handen cappuccino’s maken, dan schrijven ze je vooruit. En voordat je het weet heb je een magisch sprookje of een prachtige liedtekst geschreven. Waar kwam dat vandaan?

Jezelf accepteren zoals je bent
Meditatie helpt om het hele lichaam te laten spreken. Je neemt de tijd om te landen in je eigen lijf zoals het is om dat moment. Je denkt niet aan een strakke buik en alle oefeningen die je nog moet doen, maar luistert eens wat je volle, zachte buik te vertellen heeft. Deze open houding, zonder oordeel, voedt onze creativiteit. Als we dingen accepteren zoals ze zijn, ontstaat er ruimte voor iets nieuws. Als we aandachtig naar binnen kijken, zien we daar een rijkdom aan beelden en verhalen. Dan zien we voeten die balanceren als een olifant, een hart die een smartlap zingt, een buik vol sprookjesfiguren.

Huiswerk
Je krijgt ook huiswerk. Elke dag schrijf je tien minuten. Op die manier blijf je de schrijver voeden.
En je maakt zogenaamde kunstenaarsafspraakjes met jezelf. Je gaat naar de film, het park, je koopt een mooi schrift - je voedt jezelf. Dat is een essentieel deel van het schrijven.

Ik geef deze cursus nu al tien jaar en elke verbaast het me hoeveel er binnen deze cursus gebeurt. Er ontwaakt iets in de schrijvers – een soort eeuwenoude schrijver, die we allemaal in ons hebben – die weet wat ie wil zeggen. En doordat we elke dag schrijven, blijf je die nieuwe stem voeden. Veel mensen hebben gezegd dat door deze cursus schrijven echt onderdeel van hun leven is geworden. En dat ze anders naar zichzelf en creativiteit zijn gaan kijken. De creatieve bron is er altijd, ook al zegt ons hoofd van niet. Aan het einde van de cursus is er vaak een soort basisvertrouwen opgebouwd. Je weet dat je kan schrijven, dat je creatief bent en dat je innerlijke wereld keer op keer inspiratie biedt.

Op zondag 28 september begint de cursus VAN TOP TOT TEEN in Utrecht.

donderdag 28 augustus 2014

De lichtheid van het Schrijfcafe

In deze serie blogs schrijf ik over mijn beleving en de achtergrond van de verschillende wonder-word-workshops. In deze aflevering staat het Schrijfcafe centraal. Hiermee ben ik in 2005 in het Springhavercafe, waar ik toen ook achter de bar stond, begonnen. Daarna is het Schrijfcafe verhuisd naar het Louis Hartlooper Complex, filmhuis en cultureel complex van dezelfde eigenaar.



'De viltjes op de bar liggen niet recht,' zegt eigenaar Jos Stelling als hij het Springhavercafe binnenkomt.
De bar staat vol wachtende mensen, ik werk me uit de naad.
'Jos, daar heb ik nu toch geen tijd voor,' verzucht ik. Ik wil hem als kersverse bedrijfsleidster uitleggen dat het in de horeca gaat om prioriteiten stellen.
Hij laat me, zoals gewoonlijk, niet uitpraten. 'Een café is hetzelfde als een filmdecor,' zegt deze gouden kalf winnaar. 'Dat moet kloppen en in balans zijn. De viltjes zijn wel belangrijk, zij bepalen de uitstraling van dit café. En trouwens de planten hebben ook water nodig.'

Details zijn belangrijk
Als barvrouw en bedrijfsleidster snapte ik Jos niet, ik vond het belangrijker dat de mensen snel geholpen werden. Efficiëntie, daar ging het om, vond ik. Maar toen ik in 2005 met het schrijfcafe in Springhaver begon, begon ik zijn regisseursblik steeds beter te waarderen. Voordat ik mijn schrijvende gasten ontving, ordende ik de kranten op de leestafel, hing ik het krijtbord aan de muur recht. Details doen er toe, vertel ik schrijfcafe-gangers. Alles is een decor. Beschrijf de opgedroogde bierkraag in het glas van je personage.

Anonieme bekendheid
Horeca en schrijven. Het is een mooi stel. Op een of andere manier werkt het goed: schrijven in een café. De een leest de krant, de ander zit achter een laptop, iemand bladert door een tijdschrift. Je helpt elkaar, door samen te zijn, maar niet met elkaar te praten.

Zo'n soort café is Springhaver; een woonkamer. Waar je je thuis voelt, maar waar je ook een beetje onzichtbaar en onbekend kan zijn. Waar je met niemand hoeft te praten, alleen als je dat wilt. Een barman die weet dat je je cappuccino graag extra sterk drinkt, maar die niets weet over je achtergrond, en je leven thuis. Dat geeft een soort vrijheid. Het is veilig, maar niet benauwend.

De lichtheid van het schrijfcafe

En die lichtheid zit ook in het schrijfcafe. Er wordt veel gelachen, over welk onderwerp we ook schrijven. Er zijn veel stamgasten, schrijvers die steeds terugkomen. Maar elke keer zijn er ook nieuwe bezoekers. Die soms stamgast worden en soms niet. De groep heeft dezelfde anonieme bekendheid als in het café. Je kent de gezichten en daarom is het makkelijker om wat voor te lezen, het is veilig. En toch is het niet benauwd, want je kent elkaar ook weer niet te goed.

De barvrouw als schrijfdocent
En ik vind het heerlijk om mijn horeca-ervaring te verbinden met mijn schrijfwerk. Ik voel me thuis achter de bar, ontvang mensen graag met koffie en thee. Toen ik nog achter de bar werkte, schaamde ik me vaak als cursisten me als barvrouw zagen. Nu denken ze dat ik niet goed genoeg ben om alleen maar te leven van mijn schrijfwerk, dacht ik. Nu weten ze dat ik een nep-docent ben, en eigenlijk maar een onbenullig barmeisje ben.

Maar als ik bij het schrijfcafe sta, dan voel ik de kracht van horeca. Cafe's zijn belangrijk en goed horecapersoneel nog belangrijker. Jeanet van Omme, mijn collega van het Schrijfatelier, vertelde me onlangs over de horeca in haar nieuwe kantoorpand. 'Het barpersoneel begroet me alsof ze me al jaren kennen,' zegt Jeanet. 'En ze koppelen mensen. Zij zijn de verbindende factor van het pand.'

Ja, dacht ik, dat is het. Horeca werkt verbindend. Je zit niet meer geïsoleerd achter je bureau, of in je woonkamer. Je zit samen in dezelfde ruimte. Je deelt iets. Daarom werkt het schrijfcafe. Thuis, alleen gaan schrijven is moeilijk, hoe graag je ook wilt. Maar samen aan een stamtafel zitten en schrijven over hetzelfde onderwerp werkt. En al helemaal als iemand koffie voor je zet.

Zo anders is dat werk niet, barvrouw of schrijfdocent. Ik bedien mensen van koffie en schrijfopdrachten, ik ben geïnteresseerd. Ik geef klanten en cursisten het gevoel welkom te zijn, ik luister zonder te ver door te vragen.

In het schrijfcafé doceer ik ongemerkt. Tussen de regels door strooi ik wat schrijfwetten. Als cacao op een cappuccino. Als een koekje bij de thee. Aanmelden hoeft niet bij het schrijfcafé, je zit nergens aan vast. Voordat ik kom, leg ik de viltjes recht, geef ik de planten water. En als ik wegga, voel ik me licht en vrolijk, net zoals de vertrekkende deelnemers.