zaterdag 22 december 2012

Chai en meeuwen

Op 21 december 2012 zit ik aan de oevers van de Ganges om de zon te verwelkomen. Die opkomt zoals ze elke dag opkomt, maar vandaag net even anders dan normaal. Ze staat in een lijn met het centrum van de Melkweg. Het is windstil, het water vlak. De meeuwen, die hier nog niet zo lang leven en waarvan de Indiërs net zo enthousiast worden (‘Look, Siberian birds!’) als wij van de apen op het dak, zweven hoog in de lucht.

De zon komt op uit de mist, perfect rond en knalroze. Ze balanceert, heel symbolisch op het puntje van een radiomast aan de overkant. Ze zendt signalen uit vanuit het centrum van de Melkweg. Ze geeft vandaag een vleugje melk mee. Romige galactische melk, als de buffelmelk van Varanasi, waarvan ze volle vette lassi’s maken op de Lanka Crossing, niet ver van mijn huis.

Gisteren grapten we dat de enorme hoeveelheid chai die we hier drinken, ons beschermt tegen alle uitlaatgassen en crematieassen van deze stad. Dat ze een slijmlaagje vormt in onze keel, slokdarm en luchtwegen zodat al het vuil niet hecht.

Ik verwelkom de melk als nieuwe beschermingslaag, zodat ik het staal, al vroeg om mijn romp gebouwd, kan laten gaan.

Melk als iets dat zacht is, maar toch beschermt. Dat dat tegelijkertijd kan bestaan. Zachtheid en bescherming. Dat is voor mij de nieuwe wereld.

De zon verandert van roze in goud. We drinken chai op de blauw houten roeiboot, uit witte porseleinen kopjes en uit een thermoskan waar in Hindi letters ‘Ganga’ op staat. Melkig gangawater. Water dat oud leven kan weg voeren en nieuw water kan aanvoeren uit de Himalaya. Shiva, mijn Indiase zus, vertelt me dat chai in het Hindi een vrouwelijk woord is.

En in deze nieuwe melkwereld word ik zelf chai. Een 'chai-ini'.
Gemaakt van Nederlandse koeienmelk vermengd met Indiase buffelmelk.

Laatst bedacht ik me dat ik in mijn leven vooral bezig ben om India te delen. Ik deel mijn meditatie-ervaring die ik hier heb opgedaan, mijn schrijfervaringen, de verhalen die ik in kleine steegjes heb gevonden. De warmte die ik hier heb gevonden.

Nu ik in India ben, met mijn Nederlandse vriendinnen in mijn Indiase familie, is dat opeens heel erg duidelijk. Gisteren zaten we op het groene platte dak op een picknickkleed en aten met onze handen van de overheerlijke curry van Mama-ji. Vier Nederlandse zusters en twee Indiase. Indiase ouders. Een nieuwe wereld waarin uitersten samen kunnen komen. Yin, yang. Waarin meeuwen cirkelen boven het heilige water van de Ganges en opeens ook heilig worden. De Indiërs roepen hen tussen hun gebed door aan, alsof ze goden zijn ’Come, come!’. Handelaars verkopen op kleine bootjes meeuwenvoer, die mama-ji enthousiast in de lucht gooit. Dat wat wij als een last ervaren, wordt hier heilig.

Dit India wil ik delen. Mijn elixer is chai. Met dit zoete, stevige en opwekkende drankje in mijn aderen wil ik wakker worden, zacht worden en zoet maken. Chai helpt om te verteren wat te zwaar op de maag ligt. Om met andere ogen naar de wereld te kijken en meeuwen te zien als melkwitte goden.

Nu, heel even, op dit kruispunt van twee snijvlakken - die van ons zonnestelsel en die van de Melkweg- kan deze universele chai stromen. Voel ik me een chai-ini. De zon staat hoog, het wordt warm. Wij pakken de pennen weer op en schrijven verder.



donderdag 6 december 2012

India als tweede huid

Ik ben aan het ontvellen
Mijn droge winterhuid valt er af.

Tijdens het reizen van Nederland naar India zag ik in het confronterende tl licht van de vliegveldtoiletten hoe droog mijn huid is.
Ik had een uitgedroogde huid van de droge winterlucht, de te droge verwarmingslucht. De droge vliegtuiglucht maakte het er niet beter op. In Parijs liep ik tussen mijn verbindende vluchten een apotheek binnen om vochtregulerende creme te kopen. Maar wat ik eigenlijk nodig had was India.

Indiase tropenlucht heb ik nodig.
Tropisch water om mijn Nederlandse dijken door te breken.
Om mijn drooggelegde poldergronden te irrigeren.

Huilen is vaak de eerste stap van mijn irrigatieproces. Een paar afscheids- en eenzame aankomsttranen om mijn grond te bewateren.

Ik ontvel. Schilfertje voor schilfertje vallen alle plannen, mijn lange werkdagen achter de computer, de extreme gefocustheid van me af.

Ik val opnieuw binnen mijn eigen huid. Een vochtige huid. Een Indiase huid. Ik was vergeten hoe goed die me past. Maar als ik op mijn eerste dag India vier uur in de trein zit, tussen schreeuwende mannen, huilende vrouwen, starende kinderen, voorbij razende rijstvelden en scharrelende varkens is het net alsof ik nooit ben weg geweest. India past me als een tweede huid. Alle Nederlandse angst ‘van durf ik dat wel meteen op de eerste dag?’ valt van me af.

De hele reis heb ik niet geschreven. Niet gelezen. Maar gewoon gezeten. Gekeken. Gedommeld. Gezeten in een open gewaarzijn, dat waar de Indiers zo goed in zijn. In mijn Nederlandse huid leef ik bij de gratie van focus. Ik focus me op woorden. Op mijn telefoon. Op mijn agenda. Nu liet ik met mijn winterhuid mijn focus gaan.

Mijn huid viel ruimer. Niet zo strak om de schouders, rondom de ogen. De eerste droogte was er uit.
Een huid waarin ik even niets kan doen. Een huid die niet hoeft te beschermen. Te bedijken. Maar die door kan laten. Terwijl ik wel geworteld ben, omhuid ben in mezelf. Thuis in een doorlaatbare huid.

Zo doorlaatbaar dat ik geirrigeerd kan worden door India. Dat ik mijn hart kan laten bewateren door de lachende vrouw naast me die een chai met me deelt. Door de saddhu’s die slapen op het station waar vroeger Krishna liep. Door de man die opspringt en de starende jongens rondom mij wegjaagt. Door mijn Indiase vriendin die ik na jaren weer zie, maar waarmee ik klets alsof we elkaar elke dag spreken.

Zelfs bewaterd door mijn yogamat die bij aankomst opeens mysterieus verdwenen is. Het is oke. Ik koop wel een nieuwe. Ik zit ruim in mijn rekbare yogahuid.

En in deze huid, merk ik nu, staat de lyrische dichteres weer op. Hier heeft zij op gewacht. Dat de droge grond, waarop de journalist, de ondernemer en de docent zo goed gedijen, onder water loopt. Zo dat zij kan drijven, spiegelen, dromen en dichten.

Welkom terug in mijn ruime huid. Welkom in mijn lyriek.



maandag 26 november 2012

Natuurlijke structuur

Mijn ervaringen in Italie heb ik verder uitgewerkt in mijn blog op Boekschrijven.nl 'Ontdek de natuurlijke structuur van jouw boek'

Het gaat over bergen beklimmen, uitzicht, het zoeken naar structuur en over te hard je best doen om er eentje te vinden...

maandag 24 september 2012

Nieuwe regels in Italie


Bij het jurkje dat ik kocht in Italië, kreeg ik een postkaart. Daarop stond:

Invent your own rules.

Dat was precies wat wij in Toscane deden. Onze eigen regels maken. Met vier mensen zaten wij in een eeuwenoud huis, we kenden elkaar nauwelijks. En na een dag begonnen we te zwijgen, niet omdat we elkaar niet leuk vonden, integendeel, maar omdat we behoefte hadden aan stilte.

Nu heb ik al heel wat stilteweken gevolgd en geleid, maar dit was anders. Er was geen schema, geen leraar, geen managers. We waren vier mensen die besloten om samen stil te zijn op een berg in Toscane.

Dus zwegen we tijdens het eten, tussen de dikke 18e eeuwse bergen.
Zwegen we terwijl we op het strand aan de Middellandse zee lagen.
Zwegen we terwijl we in de auto zaten en door de haarspeldbochten reden.
We mediteerden in een klein, katholiek kapelletje die aan het huis vast zat.
We mediteerden in het hooi met uitzicht over de vlakte.
En aan de zee, terwijl om ons heen oude Italiaanse vrouwen kletsten en Italiaanse mannen hun waarheid oreerden.

Af en toe spraken we. Omdat er geen regels waren, geen vooropgezet schema, moesten we af en toe overleggen. Maar niet vaak.

We draaiden de wereld om. Stilte werd normaal, spreken de uitzondering.
Naar binnen gekeerd zijn was de basis, af en toe traden we naar buiten.

De regel werd anders. In de regel praat ik en ben ik met anderen bezig. Nu was ik in de regel stil en naar binnen gekeerd.Het was een nieuwe, verfrissende werkelijkheid. Met regels die meer ruimte gaven aan mijn binnenwereld.

Het is spannend: iets doen waarvan je ook niet zo goed weet hoe dat moet. Stilzwijgend vakantievieren met onbekenden. Dat heeft iets rauws. Soms heerlijk, soms beladen, soms ongemakkelijk.

Maar die ongemakkelijkheid liet mij zien dat het vernieuwend was. We braken uit onze comfortzone - want dat is de plek waar je nieuwe regels maakt. Net buiten de grens van wat normaal - en dus gemakkelijk- is.

Disconnect, let's get lost, breathe, dream, feel free, find yourself.

Dat stond ook op de postkaart.

Find yourself in new rules. Ik vond mezelf in een nieuw Italiaanse jurkje waarmee ik zwijgend door de straten van Pietrasanta flaneerde. Ik was mijn wandelende nieuwe regel. Een scheve regel, niet zo recht omlijnd, een toren van Pisa.

In de wereld, op vakantie en tegelijkertijd volledig aanwezig in de stilte.





vrijdag 31 augustus 2012

Siesta- schrijven


Onderstaande tekst had ik geschreven voor de Wonder-Word-Schrijfweek in de Ardeche. Het was de introductie van een week siesta-schrijven...

Siësta-schrijven

Laat de hitte je helpen bij het schrijven. Schrijf sloom en traag als de Ardèche in haar onderstroom. Drijf mee met die brede rivier in haar zomerse tempo. Laat de warmte in je lijf trekken. Schrijf siësta. Schrijf met half open ogen. Schrijf dommelend. Schrijf dat je zonder echt weet wat je schrijft.

Frans worden
Laat je hoofd vaag worden, Frans worden. Ze hoeft niet langer polder, recht toe recht aan, overzichtelijk en gestructureerd te zijn. Ze mag Frans worden, met kronkelwegen, haarspeldbochten, zo scherp dat je niet ziet wat er om de hoek is. Ze mag een oud vervallen huis worden, met kieren tussen de stenen. Laat deze plek je helpen om in de onontgonnen creatieve Ardèche in jou te reizen.

Creatieve slaap
Zet de pen op papier zoals je ’s middags in de hangmat gaat liggen, niets hoeft. Sluit je ogen en wees ontvankelijk voor de beelden die komen. Stephen King noemt het schrijven een ‘creatieve slaap’. Sluit je ogen en sta je geest toe om uit zijn dagelijkse humpdiedumpie gedachtestroom te komen. Laat de droomwereld toe. Slaap schrijvend, terwijl je net wakker genoeg bent om te noteren wat je ziet.

Schrijven is archeologisch werk
Stephen King noemt het schrijven ook het opgraven van een skelet of een oud gebouw, hij noemt het archeologisch werk. Een verhaal is niet iets dat je met heel moeite en zweet opbouwt, maar iets dat je met liefde, geduld en aandacht opgraaft uit je onderbewuste. Zachtjes met de pen over het papier glijden om te zien wat er net onder de oppervlakte leeft.

Siësta-meditatie
En probeer ook op die manier meditatie te benaderen. Als een zorgzaam, archeologisch onderzoek. Wat ligt er net onder de oppervlakte van de gedachtestroom? Wat gebeurt er als je even stil blijft zitten bij de adem, een gedachte, een geluid? Niet om iets te ontdekken of om iets te veranderen, verwijderen of te begrijpen – maar om te zien wat er net onder de oppervlakte ligt. Welke stilte ligt er onder geluid? Welke gedachte ligt er onder de andere? Welke sensatie zit er in de ademhaling?

Controle loslaten
Mediteren met halfopen ogen. Niet mediteren om te controleren, maar mediteren zoals je je overgeeft aan de warmte, aan de hangmat. Je hoeft niet alles helder te zien. Je hoeft geen leeg hoofd te hebben. Misschien gaan siesta-meditatie en siesta-schrijven er vooral over dat je de controle loslaat. Zowel schrijven als mediteren gaan niet over controle – ook al denken we dat wel vaak als we beginnen.
Renate Dorrestein noemt dat de grootste beginnersfout. Dat je als schrijver denkt dat je construeert en alles onder controle moet houden, dat je moet zweten, bouwen, sturen.

Zo relaxed als de was
Ik moet toegeven dat siesta schrijven voor mij als nuchtere, hardwerkende Groninger niet altijd makkelijk is geweest. Ik vind het moeilijk om me aan loomheid over te geven. Daar had ik India voor nodig. Ik herinner me een meditatie-retraite in Zuid-India waar ik stiekem in de bosjes schreef, omdat je eigenlijk niet mocht schrijven. Alleen mijn lerares Jaya wist daarvan. Vanaf mijn plek tussen de papayabomen en bamboeplanten zag ik de waslijn met de kleurrijke kleren van de yogi’s. Ze wapperden zachtjes op de tropenbries. Ik zette mijn pen op papier en keek onder de oppervlakte van mijn onrust. Ik schreef: ‘ I want to be as relaxed as the laundry.’

Beweging in je schrijven
Siësta schrijven is geen stilstand. Geen dode, zware, hete lucht waarin je niets kan. Nee, het is juist dat zachte briesje dat verlichting brengt. De pen die beweging in de geest brengt, zonder dat het de loomheid weghaalt. De pen die een tipje van de sluier oplicht, zodat je kan zien wat er onder de oppervlakte schuilt. Zodat je heel even die wapperende was kan zijn, kleurrijk en snel droog.

Geef de pen de pet
Je hoeft met je schrijven nergens aan te komen. Je hoeft met je meditatie niets te onthullen. Sluit je ogen, volg je pen, volg je adem, sta open voor wat er is. Verzet je niet tegen loomheid, vaagheid, woorden die onzin lijken, meditaties die op een slaap lijken. Maar vertrouw op het creatieve proces dat en langzaam en soms fris en snel als de Ardèche in je zal sijpelen. Als jij maar een stapje opzij zet en de controle loslaat. Geef de pen de pet. Deze week is zij de baas.

woensdag 8 augustus 2012

Zomerse schrijftip

In mijn nieuwste blog op boekschrijven.nl schrijf ik over het verrassende en kalmerende effect van het schrijven in een andere taal. Schrijf deze zomer eens in het Frans, Spaans, Engels of Duits. Je zal zien dat je dan op een hele andere, en vaak vrijere, manier gaat schrijven.

dinsdag 17 juli 2012

Haiku's uit het Noorden


Roze windmolens
staan in de zonsondergang
boven lage mist

Waaiende halmen
wapperende witstaarten
op het platteland

De witte koeien
steken met rug en staart uit
boven het koren


donderdag 12 juli 2012

Writing in France

Dit heb ik geschreven tijdens mijn cursus bij Natalie Goldberg in Frankrijk deze zomer.

For the time being I drop down in the muddy grounds beneath, I land in the cow-ness of this country, in the longness of this morning.
I sit and write in this barn that looks like a cathedral. With angels writing in the morninglight, where shadows of pens are moving on the floor.
I am happy today.

*

Het is fijn om af en toe in het Engels te schrijven. Het Engels voelt als een Frans meer. Het is lauw. Niet zo koud als het meertje van Hee op Terschelling - die is als het ijskoude Nederlands. Confronterend, het schudt je wakker.
In een andere taal verdamp ik sneller. Ik stijg op. Naar lyriek. Romantiek.

Maar hoe dan ook, elke taal is water. Water voor mijn bevroren hart.




What I will take with me is the smell of fat chicken in the dining hall. The greasy fingers of the people eating it.

I will take the way my skin glows after a dive in the lake, with the cold
undercurrent and a warm top layer.

I will take the afternoon alone in my shared room, where I walked on bare feet, with the windows wide open, the white curtains dancing in the wind. Sometimes sitting down to write a sentence on my laptop. Siesta-writing. Slow, hot, deep.

I will take the loud voice of Natalie with her strong Brooklyn accent. 'Sooouuunnd' and 'Greeaaattt'. Her firm 'Louder!' when someone did not read loud enough. Her firm 'Let go, just let go!'

I will take her grey friendly glowing when talking to here one to one in the age-old living room. Her words: you have to finish that book, you have to finish that book.

I took determination. A new born writer. A clear direction. I will finish that book.

woensdag 30 mei 2012

Stromen en ploeteren

Tijdens het pinksterweekend heb ik vooral geschreven aan mijn nieuwe roman. Dat was heerlijk. En verschrikkelijk. Deze dubbelheid gaf mij de inspiratie om een blog over het schrijfproces te schrijven. Conclusie: Schrijven is zowel stromen als ploeteren.

donderdag 29 maart 2012

Levendig schrijven

Ook zo'n zin om naar buiten te gaan?
In mijn nieuwste blog voor boekschrijven.nl geef ik acht tips hoe je je omgeving levendig kan beschrijven.
Vang de lente met je pen!

woensdag 7 maart 2012

Schrijf jezelf gezond

Onlangs las ik een geweldig artikel in Ode-magazine. Drie dingen die ik dacht te weten over schrijven, zijn nu wetenschappelijk bewezen.

1. Schrijven is gezond. Pennebaker heeft het wetenschappelijk bewezen, van elke dag een kwartiertje schrijven knap je mentaal en fysiek op.

2. Schrijven over ingrijpende gebeurtenissen heeft het meeste effect op je gezondheid.

3. De woordkeuze en je invalshoek blijken essentieel te zijn

Als je van je eigen gebeurtenissen een samenhangend verhaal weet te maken - daalt je bloeddruk, heb je minder last van stress. Als je meerderde perspectieven gebruikt - minder aspirine, minder eenzaamheid.

En wat is nu zo mooi? Deze twee schrijfmethoden - een rode draad zoeken en je verhaal van meerdere kanten bekijken - maken niet alleen jezelf, maar ook je verhaal beter!

Lees meer op:

http://www.boekschrijven.nl/schrijf-jezelf-gezond/

vrijdag 2 maart 2012

Schrijflessen

Op Boekschrijven.nl schrijf ik regelmatig blogs over de kunst van het schrijven.

Zoals:
* Over het schrijven van een proloog
* Over eerlijk en rauw schrijven

En voor het literatuurfestival Utrecht over Utrecht maakte ik deze webfilm met schrijftips

zondag 29 januari 2012

Transitie 12 Groeien in spiralen



Gisteren, op zaterdag 28 januari 2012, gaf ik nogmaals de workshop ‘Schrijf Oud, Schrijf Nieuw’ hier op Werk aan het Spoel. We zaten in de genieloods en met alle moeite probeerde ik, net voor aanvang, de grote zware luiken voor de glazen pui open te krijgen. Maar welke sleutel ik het ook probeerde, er was geen beweging in te krijgen. Dus zaten we in een donkere schuur terwijl buiten de zon scheen.

Het venster sluit
Dit is tekenend voor deze tijd van het jaar. Nu januari bijna voorbij is, sluit zich een venster. Het licht dat wij in de transitie maanden december en januari kunnen zien, is in februari buitengesloten.

December en januari voelen als een venster van waaruit je vrij zicht hebt over je leven. Heel even gaan de luiken open en kan je in het zonlicht je eigen patronen en mogelijkheden helder overzien.

Hoe anders voelde deze workshop aan dan die ik op 30 december en 1 januari heb gegeven. Het was alsof we op de grens van een fragiel momentum stonden. We wisten allemaal dat dit laatste weekend van januari het laatste moment is waarop we een gedicht over 2011 konden schrijven. Over een paar dagen zou ik niet alleen de luiken maar ook de deur van de schuur niet meer open krijgen.

In de mist
Vandaag kreeg ik het aanbod om nog een maand langer in dit atelier aan de Lek te werken. Ook al was de verleiding groot, ik heb toch besloten om maandag te vertrekken. De transitietijd is voorbij.

Dus, nu zit ik hier, in mijn laatste weekend in dit atelier. Buiten mist het. Ik hoor de treinen in de verte over de brug denderen, maar ik zie ze niet. Mijn reikwijdte wordt nauwer. Het doet me denken aan de mistmaand november, aan de cursisten die misthaiku‘s schreven aan natte tafels op de dijk. De transitietijd wordt blijkbaar in- en uitgeleid door laaghangende wolken.

Terug in het moment
En het voelt goed om weer in de mist te stappen. Want je kan ook te veel terug- en vooruit kijken. Soms is het goed om in het moment te zitten zonder het grotere plaatje te zien. Net zoals het menselijk brein er ook niet voor gemaakt is om steeds te beseffen dat we met een noodgang op een ronddraaiende bol door het universum vliegen.

Alles herhaalt zich
Want doordat ik vandaag op een rijtje zette wat oud en wat nieuw is in mijn leven kwam ik tot de depressieve conclusie dat januari 2012 toch verdomd veel lijkt op januari 2011.

Ook toen was ik aan het rijlessen, in de vrolijke illusie dat ik voor de zomer mijn rijbewijs zou hebben. Maar nee, in januari 2012 zit ik nog steeds in een lesauto. En dat boek dat ik in 2011 zou afschrijven en publiceren, is nog steeds niet af en ondertussen heb ik al drie keer het laatste hoofdstuk geschreven. En die ex die ik vorig jaar al zou loslaten? Forget it, ik mis hem nog steeds.

Een van de cursisten zei vandaag: het lijkt wel alsof ik dit jaar gewoon weer aan hetzelfde cirkeltje ga beginnen.

Cirkels
En dat is ook zo. We maken cirkels. Net zoals de aarde, de maan, de seizoenen. Als je daar elk jaar bij stil staat, word je gek. Om de groei echt te laten werken moet je IN het moment zitten en niet er boven hangen.

Alleen in dat venster rondom oud en nieuw, kunnen we zien dat we meebewegen in de patronen van de seizoenen en in de banen van de planeten.

Verandering vindt cirkelvormig plaats. Ieder jaar kom je weer op hetzelfde punt uit, maar wel een niveau hoger. Langzaam, draaiend door deze spiraal, bewegen we ons richting het licht.

Transitie is een spiraal
Een paar jaar terug was ik bij een overzichtstentoonstelling van het werk van Louise Bourgeois in het Gugenheim museum in New York. Dat museum is als een spiraal opgebouwd. Al cirkelend liep ik langs het werk van deze inspirerende kunstenares omhoog. Een van haar eerste werken is een drie dimensionale baarmoeder. Haar laatste werken zijn installaties met spiegels die haar innerlijke geesteswereld verbeelden.

Op sommige punten van de spiraalvormige trap van het museum zag je die twee werken in een oogopslag. De spiegelende cellen aan de hemel, de rode baarmoeder aan de basis.

In de transitiemaanden kan je zo kijken.

Maar februari is het moment waarop we weer verder lopen en het overzicht (en de controle) kwijt raken. We weten niet waar we vandaan komen en niet waar we heen gaan. En dat is maar goed ook. Anders zouden we er namelijk niet komen.

Om aan te komen bij het licht moeten we dwalen, omwegen maken, onszelf herhalen.
Als we ons hoogste doel steeds in het vizier hadden, zouden we gefrustreerd raken. Dan willen we daar in een rechte lijn op af. Maar dat kan niet. Want transitie, een structurele verandering, is een spiraal en geen lijn.

Einde van Writer in Residence tijd
Daarom laat ik vanaf 1 februari het transitie-onderzoek rusten. Omdat dat de enige manier is waarop ik in transitie kan gaan.

In de drie maanden in dit atelier heb ik ook bij het schrijven van mijn boek door het transitievenster kunnen kijken. Ik heb een geraamte gebouwd voor mijn nieuwe boek. Een rode lijn kunnen weven, overzicht gekregen over plot en thematiek.

Maar ik merk dat ik het overzicht langzaam kwijt raak. Dat het nu weer tijd is om vlees aan de botten te schrijven. Ik moet IN de scènes duiken. Het is klaar met het uiterwaarden-schrijven. Ik ga terug naar het bos.

Dank voor het lezen en volgen van mijn transitie blogs. Het was voor mij enorm verhelderend om ze te schrijven en ik heb veel aan jullie reacties gehad.

Ik stop natuurlijk niet met schrijven op dit blog. Maar welke thema’s komen gaan - dat kan ik niet overzien.

woensdag 11 januari 2012

Transitie 11 - Overstromen


In de transitieweek van dit nieuwe jaar, was ik in de uiterwaarden van een andere rivier. Net achter de rivierdijk van de Duitse Rijn was ik een paar dagen in retraite. Net als hier stonden de uiterwaarden daar bijna geheel onder water. Er was nog maar een dunne grens over tussen land en water.

Dunne grens
En zo verging het mij ook. Mijn huid was dun deze week. Ik voelde me kwetsbaar nadat iemand nogal onverwacht mijn ‘transitieruimte’, de uiterwaarden rondom mijn lichaam, had betreden. Daardoor was er een dijk doorgebroken en was er water van de buitenwereld naar binnen gestroomd.

Enerzijds verdronk ik daarin. Er waren veel zoute tranen. Tegelijkertijd was er in dit nieuwe natte gebied ook een openheid die er eerst niet was.

Ik liep tussen de dans- en meditatiesessies vaak over de rivierdijk. Dat hielp. Terwijl ik door de striemende regen en de bulderende storm wandelde, ging er een luikje open. Door dat luikje kwamen liederen naar buiten in een taal die ik niet kende, maar die ik toch volmondig zong.

Nieuwe taal
Dat deed ik ook toen ik een jaar of zeven was. Vol overgave zong ik op de fiets Duitse opera’s, al kende ik enkel de drie Duitse woorden schiff, kuch en segel. De rest verzon ik erbij.

Die zingmomenten in een nieuwe taal zijn daarna regelmatig teruggekeerd en ik herken ze nu als transitiemomenten. Bijna allemaal ontstonden ze na een lange wandeling in een wild natuurgebied met storm op komst.

Hawaii vorig jaar. Een dans op de zwarte ruige lavakust terwijl de enorme golven uiteenspatten, zingend in iets dat op oud Hawaiiaans leek. New Mexico, een Indianenroep in de hete droge saliewoestijn met zwarte donderluchten boven de bergen. De Himalaya - mijn mantra in Tibetaanse klanken over de blauwe gletsjers.

Eigen natuur
Het helpt om mijn bekende omgeving achter te laten. Doordat de Rijn nieuw was - de veel groenere uiterwaarden, de oplichtende witte meeuwen, de duistere fabriekspijpen aan de horizon- kwam de schoonheid van de natuur met een donderslag binnen en brak ze mijn dijk open.

Dat voelt als de kern van transitie: dat er iets open gaat wat normaal gesloten blijft. Transities zijn openingsmomenten - de natuur komt naar binnen en daardoor zie ik de oceaan, de woestijn, de gletsjer in mijzelf. Transities zijn korte, hevige momenten waarin ik met een plotselinge helderheid in mijn eigen natuur kan kijken.

Ja en Nee
In deze eigen natuur spreek ik in een eigen taal. De oude woorden voldoen niet meer. Kunnen geen uiting geven aan het vrije ‘Ja ik leef’ gevoel. Die oertaal geeft me daarna de kracht en de woorden om duidelijk en in verstaanbare taal ’Nee - tot hier en niet verder’ te zeggen. Bij een transitie stromen mijn uiterwaarden onder water, maar weet ik beter dan ooit waar mijn dijk loopt.