zondag 29 januari 2012

Transitie 12 Groeien in spiralen



Gisteren, op zaterdag 28 januari 2012, gaf ik nogmaals de workshop ‘Schrijf Oud, Schrijf Nieuw’ hier op Werk aan het Spoel. We zaten in de genieloods en met alle moeite probeerde ik, net voor aanvang, de grote zware luiken voor de glazen pui open te krijgen. Maar welke sleutel ik het ook probeerde, er was geen beweging in te krijgen. Dus zaten we in een donkere schuur terwijl buiten de zon scheen.

Het venster sluit
Dit is tekenend voor deze tijd van het jaar. Nu januari bijna voorbij is, sluit zich een venster. Het licht dat wij in de transitie maanden december en januari kunnen zien, is in februari buitengesloten.

December en januari voelen als een venster van waaruit je vrij zicht hebt over je leven. Heel even gaan de luiken open en kan je in het zonlicht je eigen patronen en mogelijkheden helder overzien.

Hoe anders voelde deze workshop aan dan die ik op 30 december en 1 januari heb gegeven. Het was alsof we op de grens van een fragiel momentum stonden. We wisten allemaal dat dit laatste weekend van januari het laatste moment is waarop we een gedicht over 2011 konden schrijven. Over een paar dagen zou ik niet alleen de luiken maar ook de deur van de schuur niet meer open krijgen.

In de mist
Vandaag kreeg ik het aanbod om nog een maand langer in dit atelier aan de Lek te werken. Ook al was de verleiding groot, ik heb toch besloten om maandag te vertrekken. De transitietijd is voorbij.

Dus, nu zit ik hier, in mijn laatste weekend in dit atelier. Buiten mist het. Ik hoor de treinen in de verte over de brug denderen, maar ik zie ze niet. Mijn reikwijdte wordt nauwer. Het doet me denken aan de mistmaand november, aan de cursisten die misthaiku‘s schreven aan natte tafels op de dijk. De transitietijd wordt blijkbaar in- en uitgeleid door laaghangende wolken.

Terug in het moment
En het voelt goed om weer in de mist te stappen. Want je kan ook te veel terug- en vooruit kijken. Soms is het goed om in het moment te zitten zonder het grotere plaatje te zien. Net zoals het menselijk brein er ook niet voor gemaakt is om steeds te beseffen dat we met een noodgang op een ronddraaiende bol door het universum vliegen.

Alles herhaalt zich
Want doordat ik vandaag op een rijtje zette wat oud en wat nieuw is in mijn leven kwam ik tot de depressieve conclusie dat januari 2012 toch verdomd veel lijkt op januari 2011.

Ook toen was ik aan het rijlessen, in de vrolijke illusie dat ik voor de zomer mijn rijbewijs zou hebben. Maar nee, in januari 2012 zit ik nog steeds in een lesauto. En dat boek dat ik in 2011 zou afschrijven en publiceren, is nog steeds niet af en ondertussen heb ik al drie keer het laatste hoofdstuk geschreven. En die ex die ik vorig jaar al zou loslaten? Forget it, ik mis hem nog steeds.

Een van de cursisten zei vandaag: het lijkt wel alsof ik dit jaar gewoon weer aan hetzelfde cirkeltje ga beginnen.

Cirkels
En dat is ook zo. We maken cirkels. Net zoals de aarde, de maan, de seizoenen. Als je daar elk jaar bij stil staat, word je gek. Om de groei echt te laten werken moet je IN het moment zitten en niet er boven hangen.

Alleen in dat venster rondom oud en nieuw, kunnen we zien dat we meebewegen in de patronen van de seizoenen en in de banen van de planeten.

Verandering vindt cirkelvormig plaats. Ieder jaar kom je weer op hetzelfde punt uit, maar wel een niveau hoger. Langzaam, draaiend door deze spiraal, bewegen we ons richting het licht.

Transitie is een spiraal
Een paar jaar terug was ik bij een overzichtstentoonstelling van het werk van Louise Bourgeois in het Gugenheim museum in New York. Dat museum is als een spiraal opgebouwd. Al cirkelend liep ik langs het werk van deze inspirerende kunstenares omhoog. Een van haar eerste werken is een drie dimensionale baarmoeder. Haar laatste werken zijn installaties met spiegels die haar innerlijke geesteswereld verbeelden.

Op sommige punten van de spiraalvormige trap van het museum zag je die twee werken in een oogopslag. De spiegelende cellen aan de hemel, de rode baarmoeder aan de basis.

In de transitiemaanden kan je zo kijken.

Maar februari is het moment waarop we weer verder lopen en het overzicht (en de controle) kwijt raken. We weten niet waar we vandaan komen en niet waar we heen gaan. En dat is maar goed ook. Anders zouden we er namelijk niet komen.

Om aan te komen bij het licht moeten we dwalen, omwegen maken, onszelf herhalen.
Als we ons hoogste doel steeds in het vizier hadden, zouden we gefrustreerd raken. Dan willen we daar in een rechte lijn op af. Maar dat kan niet. Want transitie, een structurele verandering, is een spiraal en geen lijn.

Einde van Writer in Residence tijd
Daarom laat ik vanaf 1 februari het transitie-onderzoek rusten. Omdat dat de enige manier is waarop ik in transitie kan gaan.

In de drie maanden in dit atelier heb ik ook bij het schrijven van mijn boek door het transitievenster kunnen kijken. Ik heb een geraamte gebouwd voor mijn nieuwe boek. Een rode lijn kunnen weven, overzicht gekregen over plot en thematiek.

Maar ik merk dat ik het overzicht langzaam kwijt raak. Dat het nu weer tijd is om vlees aan de botten te schrijven. Ik moet IN de scènes duiken. Het is klaar met het uiterwaarden-schrijven. Ik ga terug naar het bos.

Dank voor het lezen en volgen van mijn transitie blogs. Het was voor mij enorm verhelderend om ze te schrijven en ik heb veel aan jullie reacties gehad.

Ik stop natuurlijk niet met schrijven op dit blog. Maar welke thema’s komen gaan - dat kan ik niet overzien.

woensdag 11 januari 2012

Transitie 11 - Overstromen


In de transitieweek van dit nieuwe jaar, was ik in de uiterwaarden van een andere rivier. Net achter de rivierdijk van de Duitse Rijn was ik een paar dagen in retraite. Net als hier stonden de uiterwaarden daar bijna geheel onder water. Er was nog maar een dunne grens over tussen land en water.

Dunne grens
En zo verging het mij ook. Mijn huid was dun deze week. Ik voelde me kwetsbaar nadat iemand nogal onverwacht mijn ‘transitieruimte’, de uiterwaarden rondom mijn lichaam, had betreden. Daardoor was er een dijk doorgebroken en was er water van de buitenwereld naar binnen gestroomd.

Enerzijds verdronk ik daarin. Er waren veel zoute tranen. Tegelijkertijd was er in dit nieuwe natte gebied ook een openheid die er eerst niet was.

Ik liep tussen de dans- en meditatiesessies vaak over de rivierdijk. Dat hielp. Terwijl ik door de striemende regen en de bulderende storm wandelde, ging er een luikje open. Door dat luikje kwamen liederen naar buiten in een taal die ik niet kende, maar die ik toch volmondig zong.

Nieuwe taal
Dat deed ik ook toen ik een jaar of zeven was. Vol overgave zong ik op de fiets Duitse opera’s, al kende ik enkel de drie Duitse woorden schiff, kuch en segel. De rest verzon ik erbij.

Die zingmomenten in een nieuwe taal zijn daarna regelmatig teruggekeerd en ik herken ze nu als transitiemomenten. Bijna allemaal ontstonden ze na een lange wandeling in een wild natuurgebied met storm op komst.

Hawaii vorig jaar. Een dans op de zwarte ruige lavakust terwijl de enorme golven uiteenspatten, zingend in iets dat op oud Hawaiiaans leek. New Mexico, een Indianenroep in de hete droge saliewoestijn met zwarte donderluchten boven de bergen. De Himalaya - mijn mantra in Tibetaanse klanken over de blauwe gletsjers.

Eigen natuur
Het helpt om mijn bekende omgeving achter te laten. Doordat de Rijn nieuw was - de veel groenere uiterwaarden, de oplichtende witte meeuwen, de duistere fabriekspijpen aan de horizon- kwam de schoonheid van de natuur met een donderslag binnen en brak ze mijn dijk open.

Dat voelt als de kern van transitie: dat er iets open gaat wat normaal gesloten blijft. Transities zijn openingsmomenten - de natuur komt naar binnen en daardoor zie ik de oceaan, de woestijn, de gletsjer in mijzelf. Transities zijn korte, hevige momenten waarin ik met een plotselinge helderheid in mijn eigen natuur kan kijken.

Ja en Nee
In deze eigen natuur spreek ik in een eigen taal. De oude woorden voldoen niet meer. Kunnen geen uiting geven aan het vrije ‘Ja ik leef’ gevoel. Die oertaal geeft me daarna de kracht en de woorden om duidelijk en in verstaanbare taal ’Nee - tot hier en niet verder’ te zeggen. Bij een transitie stromen mijn uiterwaarden onder water, maar weet ik beter dan ooit waar mijn dijk loopt.