zaterdag 27 maart 2010

Lente op zee

Vandaag was de lente ver weg.
Ik stond op het achterdek van de Marius. Zuid west 6. Tegenwind. Dikke golven die uiteenspatten op het voordek. Ik had een maillot, een spijkerbroek en een zeilpak aan. Muts en handschoenen waren ook weer tevoorschijn gehaald.
De lente op zee is anders dan de lente op land. Nergens bloesems of vrolijk fluitende vogeltjes. De lente is een landseizoen.
Jarenlang heb ik de lente gemist omdat ik zoveel op zee zat. Ik maakte de lente pas echt mee toen ik in het bos ging wonen. Goh, de bomen krijgen eerst knoppen en bloemen voordat ze bladeren krijgen...
In mijn werkelijkheid waren ze kaal als ik vertrok en groen als ik terug kwam.

Nu, in het laatste weekend van maart, stond ik dus weer in mijn winteroutfit te ploeteren tegen golven en wind. Ik had het er zo meegehad dat ik voorstelde om terug te gaan naar de haven. Maar eigenlijk wist ik ook wel dat dat geen optie was.
Dus gingen we door. Hoogte winnen, heet dat in zeiltermen. Doorsteken naar de hoge kant, om daarna met de wind weg te kunnen vallen.
Stil staan en letten op kompas, golven, wind, motor, roer. Het was het laatste stuk winter dat ik nog, vol geduld, moest doorkruizen om bij de kust te komen.

Na twee uur stampen, zetten we de zeilen erbij. De wind was afgenomen. De golven lager. En daar gingen we, richting de haven, de lente tegemoet.

donderdag 11 maart 2010

Grens

De zon valt vandaag
in vlokken naar beneden

Hoge takken in laag licht
wit gras in de ochtendmist

Berijp me
Beijzel me
Ontdooi me

vrijdag 5 maart 2010

Zijnswoord

Ik keek en herkende
de zinsdelen
in het licht
van de volle maan
ontleedde ik mezelf

Ik onderstreepte
het lijdend voorwerp
schreeuwend
in de lage ochtendmist

Mijn voorwerp
op het altaar
en het persoonlijk voornaamwoord
maakt een wandeling
met het, nu werkeloze, werkwoord

De zin
die ik dacht
te zijn
uiteengevallen
niet langer een
onlosmakelijk geheel

Laat me niet alleen

Maar een woord
was blijven zitten
in de donkere nacht
in de heldere maan
een nieuw begrip

Het zijnswoord
zonder delen, grepen,
tijden en verhaal

Alleen
zonder
alleen
te zijn

donderdag 4 maart 2010

Open

De narcis, die ik met midwinter heb geplant, heeft besloten dat het lente is.

maandag 1 maart 2010

Happy holi

Vandaag begon ik met het opruimen van de Grote Gevaarlijke hoek. Mijn bureau. Stapel voor stapel pakte ik de grote pakken papier van de planken. Oude versies van mijn boek. Tot voor kort nog te heilig om weg te gooien. Maar wat heb ik er aan als ik ook een doos van de gebonden, uiteindelijke versie in mijn kamer heb staan?

Dus - weg ermee. Toch had het nog aantrekkingskracht. Ik sloeg de eerste versie open en las hoe ik ooit begonnen was. Lappen tekst met vers uitgewerkte interviews.

Toen ging de telefoon. En geloof het of niet. Het was Aprajita, de gescheiden vrouw wiens verhaal ik net aan het lezen was. En zij belt bijna nooit. Behalve in maart. "Happy holi, Nanda-ji!" zei ze.

Holi! Ik was helemaal vergeten dat dat vandaag was. Het kleurrijke Indiase festival en het begin van het Indiase nieuwjaar.
Het was alsof Padmini met haar zangerige Engels zo een wolk paarse verf in mijn kamer had gegooid. Lente! En: India! India zo levend, dat ik inzag hoe idioot het was om al die papieren te bewaren. Alsof ik zo de Indiase vrouwen dicht bij me kon houden. Maar ze leven. En ze bellen.
Dus net zoals je met Holi je afgeschrobde oude huidcellen in het vuur gooit, zo gooide ik vandaag oude woorden weg.

"How is your new book doing Nanda ji?" vroeg Aprajita, zoals altijd vol interesse.
"It goes slowly slowly," zei ik.
"Wait for september, than it goes fast," zegt ze. Ze heeft vast weer in de sterren gekeken. En ik geloof haar. Want een paar jaar terug heeft tot op de maand precies voorspeld wanneer mijn boek uitgegeven zou worden.

We kletsen maar een paar minuten. Toch is het daarna veel lichter, dat opruimen. Iets nieuws heeft zich aangekondigd.