En nu ik toch al meer dan een maand vooral over de maan lijk te schrijven, maak ik het rondje ook af. Vrijdag was het Laatste kwartier. Ik reis mee met de afnemende maan. En dat betekent vooral vertragen. Uitrusten.
Ik ben op ons schip de Marius. We liggen in Franeker, maar daar merk ik weinig van. We komen namelijk niet uit het donkere ruim. De hele dag zitten we voor de houtkachel en drinken thee en juttersbitter. Ik lig in de bedstee en lees het nieuwe boek 'Toewijding' van Elisabeth Gilbert, die ze (alweer) speciaal voor mij heeft geschreven. Ik zit aan de grofhouten tafel een beetje te schrijven over een afnemende maan. Maar veel nieuwe woorden geeft deze maan niet. Ze is van de stilte. Van de stilte tussen de volle en de nieuwe maan. Van de tijd waarin de maan zichzelf terugtrekt in de duisternis. En ik ook. In het donkere stalen universum van de Marius, met slechts het flikkerende licht van de petroleumlampen en de laatste maan.
Posts tonen met het label maan. Alle posts tonen
Posts tonen met het label maan. Alle posts tonen
zondag 7 februari 2010
donderdag 21 januari 2010
Eerste kwartier
Ik ben bezig met een nieuw project. Ik schrijf iemands levensverhaal op.
Mijn concentratie is hoog en al schrijvend vliegt de dag voorbij.
Ik verbaas mezelf.
s Avonds fiets ik naar huis. Het is helder. De nieuwe maan staat al vroeg aan de hemel. Ze is op weg naar haar eerste kwartier.
O ja, het eerste kwartier. De tijd om aan nieuwe projecten te beginnen. Het bewijst zich keer op keer. Een nieuw project starten in een afnemende maan is geen goed idee. Dat gaat traag. Bij een afnemende maan is het makkelijker om naar achteren te kijken, naar het deel van je licht dat verduistert. Een tijd om af te ronden en tot rust te komen. Bij toenemende maan kijk je vooruit, naar het licht dat elke dag groeit.
Elke maan vergeet ik het weer. Maar als ik naar boven kijk, weet ik het weer. De trekkende ganzen helpen een handje. Ze vliegen in een grote V al gakkend met me mee. Ze roepen dat ik af en toe omhoog moet kijken.
En met mijn hoofd ik mijn nek, zie ik een sterrenbeeld van mezelf. Ik zit op Terschelling aan een schrijftafel. Het is van twee lichtjaren terug. Ik zat in een huisje te midden van duinen met meren waar de trekkende brand-, nijl- en rotganzen landden. Sindsdien is schrijven gekoppeld aan dat geluid.
Ik fiets verder naar huis, met de ganzen en de maan als mijn gidsen, die me er aan herinneren dat schrijven veel groter is dan ik vaak denk als ik in mijn eentje achter mijn computer zit. Het hele universum werkt mee. De maan, de ganzen en ik zelf in mijn allergrootste dimensie. Onzichtbaar, maar heel af en toe zichtbaar aan de sterrenhemel.
Mijn concentratie is hoog en al schrijvend vliegt de dag voorbij.
Ik verbaas mezelf.
s Avonds fiets ik naar huis. Het is helder. De nieuwe maan staat al vroeg aan de hemel. Ze is op weg naar haar eerste kwartier.
O ja, het eerste kwartier. De tijd om aan nieuwe projecten te beginnen. Het bewijst zich keer op keer. Een nieuw project starten in een afnemende maan is geen goed idee. Dat gaat traag. Bij een afnemende maan is het makkelijker om naar achteren te kijken, naar het deel van je licht dat verduistert. Een tijd om af te ronden en tot rust te komen. Bij toenemende maan kijk je vooruit, naar het licht dat elke dag groeit.
Elke maan vergeet ik het weer. Maar als ik naar boven kijk, weet ik het weer. De trekkende ganzen helpen een handje. Ze vliegen in een grote V al gakkend met me mee. Ze roepen dat ik af en toe omhoog moet kijken.
En met mijn hoofd ik mijn nek, zie ik een sterrenbeeld van mezelf. Ik zit op Terschelling aan een schrijftafel. Het is van twee lichtjaren terug. Ik zat in een huisje te midden van duinen met meren waar de trekkende brand-, nijl- en rotganzen landden. Sindsdien is schrijven gekoppeld aan dat geluid.
Ik fiets verder naar huis, met de ganzen en de maan als mijn gidsen, die me er aan herinneren dat schrijven veel groter is dan ik vaak denk als ik in mijn eentje achter mijn computer zit. Het hele universum werkt mee. De maan, de ganzen en ik zelf in mijn allergrootste dimensie. Onzichtbaar, maar heel af en toe zichtbaar aan de sterrenhemel.
zondag 17 januari 2010
Begin van de avond
Venus knalt naar binnen
Nog net op tijd keek ik naar het Westen
Om door de zwarte contouren van de bomen
de maan in haar nieuwe licht
op haar dunne halfronde rug te zien drijven
Ik herinner me een gedicht
dat ik me niet meer herinner
Behalve dat het over
de moed van de nieuwe maan ging
Het is het begin
van de avond
Blauwer dan de verse nachthemel
zink ik op de vensterbank
en zing mijn lied
voor haar
op papier.
Nog net op tijd keek ik naar het Westen
Om door de zwarte contouren van de bomen
de maan in haar nieuwe licht
op haar dunne halfronde rug te zien drijven
Ik herinner me een gedicht
dat ik me niet meer herinner
Behalve dat het over
de moed van de nieuwe maan ging
Het is het begin
van de avond
Blauwer dan de verse nachthemel
zink ik op de vensterbank
en zing mijn lied
voor haar
op papier.
Abonneren op:
Posts (Atom)