dinsdag 5 januari 2010

Het begin van 2010

Ik word bevroren wakker. Mijn schouders zijn verkrampt en droombeelden zitten vastgevroren op mijn netvlies. Ik ben nog steeds verdwaald in mijn geboortedorp. Toch zie ik ook de zwarte stalen wanden om me heen, die bedekt zijn met een dun laagje ijs. Wolkjes van hete adem. De eerste zonnestralen vallen door de met sneeuw overdekte koekoek naar binnen. Een wit bibberend hondje onder de dekens. Een man met grote handen maakt mijn schouders los. Ik ben op ons schip de Marius.

Ik sta op en loop met het hondje door de witte, nog verlaten straten van Franeker. Ik heb mijn lenzen nog niet in, toch zie ik dat de stoepjes al mooi schoon geveegd zijn en dat achter ramen de lampjes in de kerstbomen aan staan. Voor de rest is de wereld een vaag mengsel van meerkoeten, pakhuizen en de kleine kronkelende straten uit mijn droom. Zonder lenzen sta ik op de rand van mijn ijselijke nachtwereld en witte dagwereld.

In het ruim ga ik bij de kachel zitten met een kopje thee. Ik wil eigenlijk schrijven, maar het lukt niet om te beginnen. Ik ben niet het enige wat bevroren is aan boord. De waterpomp en de wc pomp zijn dicht gevroren. De houtkachel moet heel veel moeite doen om het schip warm te stoken.

Pas als het water weer stroomt en het ijs van het staal naar beneden drupt, gaat het bij mij ook stromen. Ik doe mijn lenzen in en zet de eerste woorden op papier. Ik ben hier. Dag nacht. Hallo 2010.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten