vrijdag 10 december 2010

Noordelijke woorden

Soms schrijf ik zelf mee tijdens mijn maandelijkse schrijfcafe's in het Louis Hartlooper Complex. Onderstaande schreef ik bij 'Woorden uit het Noorden'.

'Elke nacht torent er een vierkant van sterren op in het noorden. Een brandaris, met bovenin een knipperende poolster. Lange tijd heb ik met mijn rug naar de noordelijke sterrenhemel gestaan. Ik keek naar het zuiden, waar ik de Taj Mahal zag schitteren. Heldere, marmeren sterren tegen een melkwegwitte achtergrond. Ze lonkten mij en ik trok er op uit.

Eenmaal tussen de Indiase sterren werd ik verblind door de pracht en praal van het zuiden. Wat een licht, wat een vuurwerk. Geen enkele ster leek op zijn plek te blijven staan. Elke minuut was alles anders.

Ik verloor mijn orientatie en verdwaalde in deze marmeren melkwelk. Ik zocht in het noorden naar houvast, maar nergens was mijn stabiele sterrentoren te zien. Pas toen besefte ik hoe belangrijk ze was geweest. Want ook al stond ik met mijn rug naar haar toe, als een vuurtoren had ze mijn weg beschenen. Het was het licht van de poolster geweest die de Taj Mahal had uitgelicht.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten