vrijdag 16 april 2010

Woorden aan de hemel

Gisteravond zat ik hier, net als nu, aan tafel te schrijven. Ik keek uit op de west. De zon ging opvallend roze onder. Mijn woordenstroom viel even stil.

De volgende ochtend vroeg, schreef ik aan mijn kleine tafeltje met uitkijk op de zuid. Het licht in de tuin was vreemd, een beetje zilverachtig. Alles lichtte wit op. Vooral de berkenblaadjes. Bijna alsof de maan, in plaats van de zon, opkwam.

Wat is er toch aan de hand? schreef ik op.

Later, aan de keukentafel, las ik de krant en begreep ik dat de hele lucht vol vulkaanas zat. Een helder schrijversoog vangt dus zelfs miniscule luchtdeeltjes op.

Ik lette er de rest van de dag op. De lucht voelde onverwacht koud aan, het was grijzig. Vanavond ging de zon raar paars onder. Kil. Niet warm zoals normaal.

En nu zit ik weer aan mijn tafel met uitkijk op de westelijke blauwe nachthemel. En als ik nu opkijk zie ik, door de zwarte contouren van van de bomen voor mijn raam, het eerste dunne schijfje maan. Met daaronder een fonkelende Venus.
Mijn geschrijf valt stil. De woorden aan de hemel nemen het over.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten