dinsdag 9 februari 2010

Schrijven langs de kust

Ik liep net door de duinen. Ik wist dat ergens ten westen van mij de zee was. Maar ik zag haar niet. Ik verdwaalde door de bossen en duinen. Ik rook haar wel en hoorde haar af en toe. Maar ik kwam er maar niet aan.

Zo schrijf ik de laatste tijd ook. Verdwalend. Struinend door de duinen aan de kust van wat ik eigenlijk zeggen wil. Ik hoor iets fluisteren, ik kan het bijna ruiken. Maar ik vind de juiste woorden nog niet. Toch weet ik dat dat wat ik eigenlijk schrijven wil, net ten westen van me ligt.

Ik moet eerst de omgeving verkennen. Net zoals in Granada. Ik was al vier dagen in de stad voordat ik het toonaangevende fort Al Hambra inging. Ik had haar van alle kanten gezien. Vanaf het terras aan de rivier keek ik op tegen het zomerpaleis. Van het klooster op Monte Christo keek ik tegen de donkere kantelen aan. Vanaf de olijfvelden zag ik haar silhouet tegen de sneeuwbergen.

Maar pas op de maandag zag ik de uitbundige versiering aan de binnenkant, de fonteinen en de tuinen. Toch voelde het gebouw als een bekende, omdat ik zo lang rondom haar had gezworven. Haar geheimen waren nu aan mij besteed. Vielen op hun plaats. Omdat ik heel langzaam dichterbij was gekomen.

Zo schrijf ik mezelf ook heel langzaam naar de zee. Want na mijn wandeling van vandaag, geloof ik dat mijn verhalen eigenlijk over de zee gaan. Maar zeker weten doe ik het niet. Ik moet eerst nog een paar keer verdwalen.

1 opmerking:

  1. Het is goed te verdwalen als je maar niet vergeet weer thuis te komen. Succes en de zee laat zich vinden.

    BeantwoordenVerwijderen