donderdag 6 december 2012

India als tweede huid

Ik ben aan het ontvellen
Mijn droge winterhuid valt er af.

Tijdens het reizen van Nederland naar India zag ik in het confronterende tl licht van de vliegveldtoiletten hoe droog mijn huid is.
Ik had een uitgedroogde huid van de droge winterlucht, de te droge verwarmingslucht. De droge vliegtuiglucht maakte het er niet beter op. In Parijs liep ik tussen mijn verbindende vluchten een apotheek binnen om vochtregulerende creme te kopen. Maar wat ik eigenlijk nodig had was India.

Indiase tropenlucht heb ik nodig.
Tropisch water om mijn Nederlandse dijken door te breken.
Om mijn drooggelegde poldergronden te irrigeren.

Huilen is vaak de eerste stap van mijn irrigatieproces. Een paar afscheids- en eenzame aankomsttranen om mijn grond te bewateren.

Ik ontvel. Schilfertje voor schilfertje vallen alle plannen, mijn lange werkdagen achter de computer, de extreme gefocustheid van me af.

Ik val opnieuw binnen mijn eigen huid. Een vochtige huid. Een Indiase huid. Ik was vergeten hoe goed die me past. Maar als ik op mijn eerste dag India vier uur in de trein zit, tussen schreeuwende mannen, huilende vrouwen, starende kinderen, voorbij razende rijstvelden en scharrelende varkens is het net alsof ik nooit ben weg geweest. India past me als een tweede huid. Alle Nederlandse angst ‘van durf ik dat wel meteen op de eerste dag?’ valt van me af.

De hele reis heb ik niet geschreven. Niet gelezen. Maar gewoon gezeten. Gekeken. Gedommeld. Gezeten in een open gewaarzijn, dat waar de Indiers zo goed in zijn. In mijn Nederlandse huid leef ik bij de gratie van focus. Ik focus me op woorden. Op mijn telefoon. Op mijn agenda. Nu liet ik met mijn winterhuid mijn focus gaan.

Mijn huid viel ruimer. Niet zo strak om de schouders, rondom de ogen. De eerste droogte was er uit.
Een huid waarin ik even niets kan doen. Een huid die niet hoeft te beschermen. Te bedijken. Maar die door kan laten. Terwijl ik wel geworteld ben, omhuid ben in mezelf. Thuis in een doorlaatbare huid.

Zo doorlaatbaar dat ik geirrigeerd kan worden door India. Dat ik mijn hart kan laten bewateren door de lachende vrouw naast me die een chai met me deelt. Door de saddhu’s die slapen op het station waar vroeger Krishna liep. Door de man die opspringt en de starende jongens rondom mij wegjaagt. Door mijn Indiase vriendin die ik na jaren weer zie, maar waarmee ik klets alsof we elkaar elke dag spreken.

Zelfs bewaterd door mijn yogamat die bij aankomst opeens mysterieus verdwenen is. Het is oke. Ik koop wel een nieuwe. Ik zit ruim in mijn rekbare yogahuid.

En in deze huid, merk ik nu, staat de lyrische dichteres weer op. Hier heeft zij op gewacht. Dat de droge grond, waarop de journalist, de ondernemer en de docent zo goed gedijen, onder water loopt. Zo dat zij kan drijven, spiegelen, dromen en dichten.

Welkom terug in mijn ruime huid. Welkom in mijn lyriek.



2 opmerkingen:

  1. Mooi geschreven en zal je schrijven zijn, geniet van je dromen & dichten lieve Nandi :-)

    BeantwoordenVerwijderen