The place where we belong
Het was een zomerse dag en ik reed met alle ramen open op weg naar Zeeland, naar een familieweekend. Ik zong zonder
dat ik mezelf hoorde. Een mantra die ik uit India kende. Mijn haren wapperden.
I
wanne be free, so free, like a flower and a bee, like bird in a tree, like a
dolphin in the sea, l wanne fly high, so high, as an eagle in the sky, and when
my time has come, I wanne lay down and fly. Pacha Mama I am coming home, zong ik in de Zeeuwse wind, to
the place where I belong.
Ondertussen dacht ik ook
aan het retraitecentrum in Zeeland, waar ik misschien mijn schrijfretraite van
de zomer zou willen organiseren, maar waarvan ik nog niet zeker wist of er plek
was. Tijdens het familieweekend kreeg ik van iemand een tip voor een ander centrum. ‘Pacha mama.’ Ik lachte. Alsof ik me daar naartoe had gezongen. Ik mailde naar Moeder Aarde (wat pacha mama betekent) en ze
bleken wonder boven wonder nog plek te hebben, wat midden in de zomer niet zo
gewoon is.
Homeground
De plek bleek net buiten
Leeuwarden, aan de Dokkumer Ee te liggen. En die plek kan je met recht mijn
‘Pacha Mama’ noemen. Aan dat water ben ik geboren. Mijn ouders woonden op een
schip toen mijn moeder zwanger was van mij. Het was de september na een hete
zomer, DE dag naderde en mijn ouders meerden het schip voor het ziekenhuis in
Leeuwarden af. De weeën begonnen, de eigenaren van het buurschip roeiden mijn
moeder naar het ziekenhuis in de Prinsentuin. Na de bevalling kon mijn moeder
vanuit haar bed het schip zien liggen en communiceerde ze met mijn vader via
een ‘bakkie’- oftewel een illegale marifoon. Ik ben geboren tussen wal en
schip. En zo zou ik me blijven voelen, in het noorden. Net niet geaard.
Later zijn we nog vaak
terug geweest op deze Dokkumer Ee, omdat het de verbindingsweg was tussen het
Groningse dorp waar we uiteindelijk gingen wonen en Harlingen, de plek van
waaruit we uiteindelijk ging charteren. Het was de heen en weer weg tussen
Groningen en Frieland, my so called homeground.
Terugkomen in een nieuwe jas
En hoe graag ik daar ook
weg wilde toen ik 18 was, zo graag dat ik meteen de oceaan ben overgestoken om
zover mogelijk weg te zijn van die zuigende kleigrond, vind ik het elke keer
weer bijzonder als ik daar in een ‘nieuw gedaante’ terug kan keren. Door de
stille retraites die ik daar in Zuid Oost Groningen bijna tien jaar lang heb
georganiseerd en gegeven. Of door mijn roman Fok die ik bij de uitgeverij
Elikser in Leeuwarden heb ondergebracht. Daardoor kan er een nieuw soort band
met mijn geboortegrond ontstaan, het land waar ik me ontheemd op voelde en waar
ik Fok over heb geschreven.
Buitenstaander in de klas
Toen mijn ouders, hippies
van het eerste uur, hun tjalk afmeerden in een traditioneel vissersdorp in
Noord Groningen was het eigenlijk al beklonken; hier zouden wij de gevreesde
vreemdelingen worden, die te veel verandering met zich mee brachten. Hier zou
ik dat moeten verduren in de schoolklas waar de rangorde keihard duidelijk werd
gemaakt met de vuist.
Sinds kort zit mijn eigen
dochtertje van vier op school. En af en toe is er dan een koffieochtend of een
informatie-avond. En dan zitten wij, ouders, op kleine kinderstoeltjes. En dan
krijg ik het spontaan benauwd, krijg ik geen zinnig woorden meer over mijn
lippen en wil ik alleen maar weg. Meteen voel ik me ook weer het buitenbeentje.
De enige gescheiden moeder. Naja, dat terzijde.
Waar het om gaat, dat ik op dat soort momenten bevangen wordt door een gevoel
van ‘not belonging’.
To belong in India
To belong, ik kan geen
uitspraak in het Nederlands vinden die voor mij dezelfde betekenis heeft.
Ergens thuis horen. Erbij horen. Maar belonging is groter. Dat gaat niet alleen
over een klas, of een dorp waar je niet past, maar het gaat over het
basisgevoel daaronder. Dat je thuis hoort op deze aarde. Je hier mag zijn.
Onderdeel bent van de natuur, de schepping.
Het soort gevoel dat ik
denk ik aan boord had, voordat we aan wal gingen wonen. Binnen de stalen
wanden, waar je de zee altijd hoorde klotsen. Het soort gevoel dat ik opnieuw
leerde kennen toen ik door India ging reizen en daar retraites deed. Na veel
verschillende soorten retraites bij verschillende soorten richtingen, vond ik
‘mijn’ lerares, die ons voornamelijk liet liggen rusten in de meditatiezaal, om
uit de modus te komen dat mediteren werken is, focussen, jezelf bij elkaar
houden, je ego te doorgronden of de verlichting te bereiken. Meditatie is
overgave, was haar boodschap, overgave aan dat wat is. En er is veel meer dan
je denkt.
Na een paar dagen
rusten/slapen/sluimeren stond ik op en opeens kwam met een schok binnen hoe
mooi deze wereld eigenlijk is. Het zonlicht dat door de bladeren viel, het
blauwgroene meer in de vallei, het geroep van de apen in de verte, een roestige
kruiwagen op zijn kant. En ik hoorde thuis op deze aarde, dat wist ik opeens
heel zeker. Ik stond er niet buiten. Ik was geen buitenbeentje, geen indringer,
geen ongewenst hippiemeisje in een vissersdorp. Ik was
mens, natuur, onderdeel van deze schepping.
Pacha
mama, I am coming home, to the place where I belong.
Meditatief schrijven
Het was tijdens diezelfde
retraite dat ik het meditatieve schrijven a al Natalie Goldberg ontdekte.
Writing practice noemde ze dat in haar boek. Je begint met een woord, ‘home’
bijvoorbeeld, en dan schrijf je tien minuten lang door. Zonder de tekst te
sturen of te corrigeren. Je vertrouwt op dat wat komt.
En dat wat kwam, was bijna
altijd verrassend. Diep. Grappig. Pijnlijk. Waar. Raak. Ik maakte onverwachte
associaties. Nieuwe metaforen. Vond de onderliggende betekenis van
gebeurtenissen die zo onbenullig leken. En daar hoefde ik, net als bij de
ligmeditatie, niet heel hard voor te werken. Ik hoefde er ‘alleen’ op te
vertrouwen dat alles er al was en dat ik dat door me heen kon laten stromen.
Toen voelde ik: ik ben
niet alleen onderdeel van deze schepping, ik ben hier ook om zelf te scheppen.
Wij zijn scheppende wezens. Scheppen, creëren hoort bij onze menselijke natuur.
En ik voel me heel als ik dat doe. Ik raak een diepe essentie van mezelf als ik
schrijf.
I
wanne be me, so me, just the being that I’ll be, not to rise and not to fall,
being one and loving all, there’s no high no low, there’s nowhere else to go,
except inside a little star, says be just who you are.
Opnieuw thuiskomen
Het voelt betekenisvol om
daar net buiten Leeuwarden, in een sjamanistisch centrum dat Pacha Mama heet,
te schrijven in stilte. Om daar op die plek waar ik zo vaak het gevoel had dat
ik er niet bij hoorde, over te brengen wat mij geholpen heeft om die plek van
‘belonging’ terug te vinden.
Een gevoel van belonging die gekoppeld kan zijn aan een specifieke plek,
je homeground, maar ook aan de gehele moeder aarde. Friesland, Zeeland, Nieuw
Zeeland, India, de auto, een schip, een snelweg, een retraitecentrum, een
klaslokaal, in de armen van. All the places where you can belong.